7 december 2017

Advent: Ook in de puinhopen is Gods licht sluimerend aanwezig

Geschreven door Frans Fockema Andreae
Inspiratie Foto: Oleg. Advent: Ook in de puinhopen is Gods licht sluimerend aanwezig

Van Winston Churchill is de uitspraak: ‘Alleen als het donker is zie je de sterren”. Dan is duisternis  een voorwaarde voor het licht en omgekeerd. Ze bestaan bij de gratie van elkaar, kunnen niet zonder elkaar. Als de een wegvalt verliest ook de ander zijn betekenis.

Hoe krachtig die beelden zijn ontdek je als je de liederen voor advent en kerstmis in het nieuwe liedboek wat bewuster leest. Ze staan onder nummer 432 t/ m 513 en van die tachtig gezangen gaan er zeker zestig over de spanning tussen licht en duisternis waarbij dan opvalt hoe negatief die duisternis wordt ervaren. Angst, schuld, smart, dood, nood, armzaligheid, pijn, tranendal. Kortom: leuker kunnen we het niet maken en gemakkelijker al helemaal niet. Maar gelukkig is er een keerzijde waarmee we ons uit de ellende zingen naar het licht met alle denkbare hemelse metaforen als: zon,  sterren, regenboog, morgenster, dageraad, morgenrood, hemel en wat niet al. Stuk voor stuk uitdrukking voor de bevrijdende komst van het kind in Bethlehem.

God die ons bij name riep

Een enkele regel bleef hangen. Lied 488, vers 4 en 5. De tekst is van Tom Naastepad, een indrukwekkende oecumenische en wat dwarse priester uit Rotterdam. Hij overleed in 1996. Over kerstmis schrijft hij: ‘Dit licht dat zoveel luister schiep, dit licht dat in het duister sliep, is God die ons bij name riep’. God’s licht sliep in de duisternis. Goed om daar even bij stil te staan.

Naastepad lijkt te zeggen dat de gemakkelijke en voor de hand liggende tegenstelling tussen goed en kwaad, tussen licht en donker hier niet opgaat. Jammer voor al die gelovigen in alle eeuwen die graag die tegenstelling hanteerden tot eigen glorie. Zijzelf waren dan steevast de kinderen van het licht afgezet tegen de andersdenkenden die als kinderen van de duisternis werden weggezet.

Gods licht rust in duisternis

Maar Naastepad zet ons op een ander spoor: Gods licht sliep in de duisternis. Is eruit voortgekomen. Dan is de duisternis niet alleen een contrast, een voorwaarde om het licht te zien zoals in de uitspraak van Churchill, maar het is zelfs de plaats waar het licht in rust verblijft totdat het zich in de wereld kenbaar maakt en werkzaam wordt. Dat grenst misschien wel aan mystiek, het geeft in elk geval te denken.

Zou het kunnen zijn dat wat wij duisternis noemen, schuld, pijn, nood ook de plaats kan zijn van waaruit Gods licht ons bij name noemt en ons de weg naar het leven wijst?  En kan zo’n gedachte ons ook tot steun zijn wanneer we ons overweldigd voelen door een stortvloed aan negatief nieuws omdat er in sommige kringen een bijna morbide behoefte aan duisternis bestaat? Dat je hoop kunt putten uit de gedachte dat ook in de puinhopen Gods licht sluimerend aanwezig is. 

Over Frans Fockema Andreae

Frans Fockema Andreae

Emeritus-predikant bij de Remonstranten

Gerelateerd