Hoe remonstrant Carla Josephus Jitta de oorlog overleefde
Geschreven door Tom MikkersToen ik begin dertig was, werkte ik in Amsterdam als predikant. Daar leerde ik Carla Josephus Jitta kennen. Ze was remonstrant en betrokken bij het wel en wee van de gemeente. Toen ik bij haar op bezoek ging, vertelde ze me haar levensverhaal. “De dood was alom aanwezig in de eerste helft van mijn leven”, liet ze me weten. Dat maakte indruk op me. Ik had mijn eerste grote verlies net geleden, de dood van mijn vader. Door haar opmerking besefte ik ineens hoe vreedzaam mijn leven eigenlijk was verlopen. Carla vertelde over de holocaust waar ze zelf ternauwernood aan was ontsnapt. Ze was van Joodse komaf maar haar ouders hadden haar misschien wel vanwege de oorlog en de Jodenvervolging laten dopen bij de Remonstranten. Dat was haar redding.
Toen ze werd opgepakt door de Duitsers kwam ze vanwege haar doopbewijs met haar broer terecht in Theresienstadt dat als doorgangskamp fungeerde en door de nazi’s ook werd gebruikt als “modelkamp” waarmee ze de buitenwereld om de tuin te leidden over het lot van de Joden. Eén keer is er tijdens de oorlog vanuit Theresienstadt een trein vertrokken richting Zwitserland. Het was het resultaat van een gesprek tussen Himmler en een vroegere president van Zwitserland. De trein reed onder de vlag van het Rode Kruis. De gevangenen werden uitgewisseld tegen vrachtwagens. Carla en haar broer zaten in deze trein en overleefden zo de oorlog.
Ontroerd
In de Amsterdamse gemeente leerde ik nog een andere Carla kennen. Zij was ouder dan Carla Josephus Jitta. Toen ik haar bezocht vertelde zij ook over haar joodse komaf, haar remonstrantse doopbewijs, over haar verblijf in Theresienstadt en over die trein van het Rode Kruis waarop zij de taak had om de kinderen te begeleiden. De twee Carla’s kenden elkaar niet, niet uit Theresienstadt, niet van die trein, niet uit Amsterdam. Met goedkeuring van deze tweede Carla vertelde ik Carla Josephus Jitta dat ik iemand in de gemeente had ontmoet die met diezelfde levensreddende trein had gereisd.
Later ontmoetten ze elkaar. Carla Josephus Jitta kreeg in dat gesprek de indruk dat de andere Carla in een eerdere trein vanuit Westerbork kinderen had begeleid. Maar beide Carla’s hadden inderdaad in dezelfde trein vanuit Theresienstadt naar Zwitserland gezeten. Aan dat gesprek ging een zondagochtend vooraf die ik niet zo snel meer zal vergeten. Ik mocht voorgaan in een kerkdienst. Er was avondmaal. Daar kwamen de twee Carla’s naar voren gelopen voor dat stukje brood en dat slokje wijn, samen. Ik ben er niet zo van om toeval heilig te verklaren maar op dat moment kon ik bijna niet anders. Want zonder het van elkaar te weten waren ze naast elkaar gaan zitten. Ik was diep ontroerd.
Wel bij een gewone boekhandel kopen
En die ontroering maakte zich weer van me meester toen ik vorig jaar hoorde dat Carla Josephus Jitta haar verhaal dat toen zo’n indruk op me maakte, had opgetekend. Het boek ‘Ik worstel en kom boven’ is haar geestelijke nalatenschap. “Wil je wel zeggen dat geïnteresseerden mijn boek niet online moeten kopen, maar bij een gewone boekhandel, dat vind ik wel zo aardig”, drukte ze me op het hart toen ik haar vertelde over dit blog. Bij dezen Carla, dat staat dan geschreven. Net zoals jouw levensgeschiedenis waarvan ik hoop dat velen het lezen en erdoor geraakt worden. Niet alleen rond de eerste dagen van mei maar alle dagen van het jaar waarop levens gebroken, gedeeld en geheeld kunnen worden. Dat laatste alleen als we het verhaal blijven vertellen.
Op de website van Herinneringscentrum Kamp Westerbork kun je luisteren naar verhalen van overlevenden van de Holocaust. Luister hier naar het verhaal van Carla Josephus Jitta.