Waarom je Jezus volgt en ‘nog steeds’ naar de kerk gaat (eh… soms)
Geschreven door Iris SpeckmannApologeten van het christelijk geloof. Wat zijn dat nu weer? Ik geef eerlijk toe: het woord apologeet is niet een woord dat ik vaak tegenkom in het alledaagse. En mijn eerste associaties zijn niet zo positief: apologeet, het klinkt als ‘apologize’, ‘verontschuldigen’. En inderdaad, wie vandaag de dag gelooft, heeft zich soms bijna te verontschuldigen. In de niet-kerkelijke kringen waar ik kom leidt het vaak tot wenkbrouwverheffing als ik, nog niet zo grijs van haar, zeg dat ik geloof. Sterker nog: dat ik daar mijn werk van heb gemaakt. Mijn seculiere vrienden hebben mij wel eens aan een ander voorgesteld met: “ze is dominee. [stilte na de dikke punt]… Daar merk je verder niets van hoor…”, alsof geruststelling na zo’n introductie op zijn plaats was. “Ze gelooft en dat is een beetje ‘archaïsch-exotisch‘, maar ondanks dat hoort ze er echt helemaal bij, voor ons”. Maar gênant was het natuurlijk ook.
Geloven is heel rationeel
Vanuit de theologie ken ik het woord uit de tijd dat ik een college ‘Apologetiek’ had, een vak waarin het christelijk geloof werd verdedigd. Met verstandelijke redeneringen volgens de regels van de logica en retorica, welteverstaan. Een ambachtelijk en inmiddels afgeschaft vak. Het christelijk geloof verdedigen, en dat nog wel rationeel, dat doen niet veel mensen meer. Christelijk geloof is, net als andere vormen van religie eerder voor die delen van het menselijk bestaan die irrationeel zijn, ambigu. Gelukkig is de mens een vat vol ambiguïteiten en is er veel irrationeel in het leven. Alle ruimte om de relevantie van religies, waaronder het christendom, te verdedigen, zou je denken.
Zo voel ik dat gewoon
Maar helaas: de kleine rest van mensen om me heen die ‘christelijk georiënteerd’ is, komt niet veel verder dan “zo voel ik dat gewoon”, op de vraag naar het waarom. Een verstandelijk, overtuigend antwoord op de vraag wat christelijk geloven is, waarom je Jezus volgt en ‘nog steeds’ naar de kerk gaat (eh… soms), dat is zeldzaam en kostbaar.
Maar laten we wel wezen: is het in de politiek en in het sociaal alledaagse nou zo anders? Hebben we niet überhaupt minder en minder vocabulaire die ‘de lading’ dekt? Nadat iemand zojuist verteld heeft over een persoonlijke tragedie of na een moment dat je opschrok uit het ronddobberen in de dagelijkse routine, volgt vaak niet meer dan: “Zo! Nou… Heavy, zeg!”.
Gelukkig maar dat er theologen zijn. Het zijn vaak de mensen die met een verfijnd oog de wereld aanschouwen. Het zijn de mensen die een groot tegoed aan beeldtaal hebben en de gave van de redevoering om iets onder woorden te brengen wat in de alledaagse taal-schraalheid anders zo maar ontglippen zou.