Erik Borgman en de stand van de vrijzinnige theologie
Geschreven door Michel PetersEen vreemde eend in de bijt, zo voelt hij zich wel een beetje. Erik Borgman is hoogleraar ‘theologie van de religie, in het bijzonder het christendom’ aan de Universiteit van Tilburg. Het was vrij opmerkelijk dat hij als ‘überkatholiek’ dit jaar werd aangesteld als bijzonder hoogleraar aan het Doopsgezind Seminarium. ‘Ik werd uitgenodigd voor een gesprek en ben uit beleefdheid maar eens gaan praten’, zegt hij. ‘Ik zag uiteindelijk wel een ingang bij de Doopsgezinden door de verbinding die zij in hun geschiedenis leggen met het religieuze leven.
Mijn taak is vooral om de systematische kant van de doopsgezinde theologie te vernieuwen. Als buitenstaander kan ik discussies intern aanjagen omdat ik vaak niet eens weet wat er precies in de porseleinkast staat. En ook een beetje het publieke domein bespelen.’
Bestaat vrijzinnige theologie eigenlijk wel?
‘Nee, die bestaat niet, volgens mij en in ieder geval ben ik er niet van. Daar zijn drie redenen voor. De scherpe tegenstelling tussen orthodox (‘we zeggen vandaag wat we gisteren ook zeiden’) en vrijzinnig (‘we mogen zelf nadenken’) is relatief recent in de kerkgeschiedenis. In de middeleeuwse kerk was de praktijk de verbindende factor en het denken over het geloof wel belangrijk, maar niet splijtend. Pas na de Reformatie kwam er een fixatie op de leer, werden piketpaaltjes geslagen en de onveranderlijkheid van die leer vastgelegd. In de tweede plaats hoeven we ons tegenwoordig helemaal niet van onze religieuze gebondenheid te bevrijden, want we leven al in een permissieve samenleving waarin alles mag.
Vrijheid is daarom niet erg interessant. En ten derde: orthodoxie is helemaal geen statisch begrip. Geloof evolueert mee met de tijd en geeft nieuwe antwoorden op gewijzigde omstandigheden. Vrijzinnigheid zie ik (gechargeerd) als: er is wel van alles aan ons overgeleverd, maar we mogen ook zelf doen en denken. Dat is niet mijn beeld van het geloof. Wij moeten de traditie voortzetten en dus nieuwe dingen doen. De tegenstelling: persoonlijke vrijheid versus traditie versluiert naar mijn idee de belangrijke vraag: ‘waaraan moet je gebonden zijn’. Orthodoxie is in die zin niet wat je achter je hebt, maar juist wat je voor je hebt’.
Wat zijn de drie meest urgente theologische thema’s van dit moment?
‘Om te beginnen zou ik zeggen ‘verbinding’. In onze cultuur waarin alles kan, dreigt alles ook willekeurig te worden. Wat bindt ons dan aan elkaar en wat draagt ons? Ik zeg wel eens: religie is niet ‘waar ga je voor?’, maar juist ‘waar kniel je voor?’ Wat is groter dan jezelf, waaraan je jouw identiteit ontleent, in welk licht je er kunt zijn? Wat belangrijk is in ons leven is per definitie onhanteerbaar. Dat geldt voor het individu en voor de cultuur om ons heen. De vluchtelingenstromen bijvoorbeeld kunnen wij nog met geen honderd hekken oplossen. In de botsing met deze ongemakkelijke waarheid ontstaat een nieuwe perspectief: daar gaat religie over.
Wij moeten ons overgeven en toewijden aan wat er op ons af komt. Bij die toewijding gaat het wat mij betreft dan over klassieke noties als: eerbied hebben voor het zwakke en kwetsbare, oor hebben voor en serieus nemen van wat zich niet laat horen. Mijn tweede thema is ‘sacramentaliteit’. Religie zit wat mij betreft niet in hoogverheven gedachten maar in materiële dingen: water, brood, zalf, nabijheid en lichamelijkheid. Niet wij geven betekenis aan de werkelijkheid, maar die werkelijk heeft al betekenis zonder ons en wij kunnen betekenis aan die werkelijkheid ontlenen. Voor ons moderne mensen is dat nog maar moeilijk te bevatten.
Scharnierpunt
Ik denk dat we op een scharnierpunt zitten waarin we beseffen dat onze wereld helemaal niet maakbaar is, denk aan de vluchtelingenstromen of aan de grens aan verzekeringen. Wij moeten weer leren leven met de fundamentele onveiligheid en onzekerheid van ons bestaan en het geloof rust ons daar beter voor uit dan andere stromingen. Geloof maakt een soort tweedelaags vertrouwen mogelijk: het is en het komt uiteindelijk goed. Het is door dit vertrouwen dat christenen soms op plekken blijven waar anderen weglopen, omdat ze er geen perspectief meer zien.
Tenslotte is ‘gemeenschap’ voor mij belangrijk. Hoe zorgen we ervoor dat onze religieuze traditie wordt doorgegeven, een sociale plek houdt? Wie zijn nog de dragers? Religieuze gemeenschappen waarin commitment voor deze wereld wordt vormgegeven – in welke vorm dan ook – zijn heel belangrijk in dat proces. Die gemeenschappen dragen uit dat het leren ontvangen de grondervaring is van het bestaan, dat die geschenkervaring het echte leven is. En dat je daar dus ook echt van kunt leven. In de liturgie leren we om die die centrale ervaring te herkennen en te versterken. Die gemeenschap ontstaat van onderop.
Gaat u in gesprek met niet-vrijzinnige theologen en waar gaat dat gesprek dan over?
‘Ik bouw blijkbaar in mijn persoon al bruggen, dat vind ik mooi. Ik wil graag laten zien dat tradities breder en beweeglijker zijn dan we denken. Er wordt nergens zoveel gediscussieerd als in religies: wat betekent deze tekst, wat moeten wij nu doen, wat doen we met het feit dat de wereld anders is dan wij verwachtten? Geloofsverwarring hoort bij geloof. Zoals onderlinge onenigheid er ook bij hoort: lees de brieven van Paulus, wat een zootje was het in de vroege christelijke gemeenschappen! In de vrijzinnigheid mis ik soms wel een zekere ontspannenheid op dit punt, de erkenning ‘ik weet het ook niet’ en tegelijkertijd de ervaring dat er toch te leven valt. Blijkbaar hoeven wij de verbinding niet vast te houden. Wij worden vastgehouden.’
Kan de vrijzinnige theologie in de komende jaren ook een bijdrage leveren aan het maatschappelijke debat?
‘De kwesties waar het in onze religieuze traditie om gaat zijn de kwesties die in de huidige cultuur aan de orde zijn. Het projectmatig oplossingen bedenken voor problemen werkt niet. Maar dat geeft niet, want we zijn allang bezig oplossingen te vinden, het gesprek is overal gaande, je kunt meepraten, onze cultuur is de plek waar we wegen vooruit vinden al weet je nooit hoe. Met ups en downs gaat het, maar dat is het leven. Ik citeer graag de Vlaamse dichter Charles Ducal: “Er rijpt in onze taal een woord dat niet bestaat | […] Het rijpt in al wat zwijgt, wat zonder stem | de wereld is. Hoop niet dat het u sparen zal.” Het is een foute gedachte dat de kerk politieke posities rechtstreeks aan de bijbel kan ontlenen. Maar de Bijbel leert ons wel dat zelfs onze vijand is als wij en respect verdient .’
Wat betekent uw wetenschappelijke werk voor uw persoonlijke geloofsbeleving?
‘Leer en geloof zijn voor mijn verbonden. Grote en kleine maatschappelijke vragen hebben alles met elkaar te maken. De opwarming van de aarde en de hongersnood in Afrika door El Nino heeft te maken met mijn omgang met het milieu op de plek waar ik woon. Ik ben lekenlid van de orde der dominicanen en woon in hun stadsklooster in Utrecht. Ik bid en mediteer en ga met enige regelmaat ook voor. Tegelijkertijd spreek ik veel bij maatschappelijke organisaties. Ik houd hen voor dat hun taakstelling misschien niet het enige ijkpunt van werk moet zijn, maar dat er vele maatschappelijke taken te doen zijn als ze een iets andere bril op zetten. Ik ben betrokken zowel als denker als als gelovige’