Pasen: Over het verlangen van Paulus
Geschreven door Foeke Knoppers‘Ik wil Christus kennen en de kracht van zijn opstanding ervaren…’
In het derde hoofdstuk van zijn brief aan de gemeente van Filippi (Fil. 3:10) doet Paulus bovenstaande intrigerende uitspraak, waarin hij een relatie legt tussen het willen kennen van Christus en het ervaren van de kracht van zijn opstanding. In de blogs, die in de afgelopen weken op de website van onze geloofsgemeenschap verschenen, ging het over diverse vormen van verlangen. In deze Paasblog wil ik proberen iets te schrijven over het verlangen van Paulus om Christus te kennen en de kracht van zijn opstanding te ervaren.
Ik begin met een kleine meditatie over het kennen om vervolgens een poging te doen uit te leggen waardoor ons verlangen om een ander te kennen wordt gewekt. (Dat is toch het woord dat we, als het om een fenomeen als het verlangen gaat, moeten gebruiken; aan ons verlangen ligt immers geen besluit of keuze van ons ten grondslag). Ik sluit af met een korte beschouwing over het specifieke verlangen van Paulus.
Zien wat in eerste instantie onzichtbaar was
Om duidelijk te maken wat kennen is, onderscheidt men het wel van weten. Weten, zo zegt men dan, heeft betrekking op wat iemand doet, kennen op wie iemand is; weten heeft betrekking op de buitenkant, op wat voor iedereen zichtbaar is, kennen op de binnenkant op wat in eerste instantie onzichtbaar is. Wat iemand doet, zegt natuurlijk veel over wie iemand is, maar het is altijd voor velerlei uitleg vatbaar. Zelfs een daad die er ‘van buitenaf’ uitziet als één van grote onbaatzuchtigheid, zou wel eens ingegeven kunnen zijn door het welbegrepen eigenbelang. Alleen als je iemand kent, weet je in welk licht je wat hij doet, moet zien. Als we ons daarin vergissen, zegt dat vaak meer over ons dan over de ander; we laten dan, o ironie, vooral onszelf kennen. Als het om kennen gaat zijn wij namelijk altijd zelf in het geding, bij weten niet. We blijven toch zelf doorgaans buiten schot als we bijvoorbeeld als objectieve waarnemers informatie willen verzamelen?
Maar kennen doen we op het moment dat onze ogen opengaan en we gaan zien wat in eerste instantie onzichtbaar voor ons was, namelijk iemands ‘binnenkant’, zijn wezen of zijn hart. Het is een ingrijpend gebeuren dat zich aan ons voltrekt: we hebben het niet in de hand en kunnen het niet organiseren. Het is, om het met een klassiek woord te zeggen, een moment van openbaring. Kenmerkend voor dat soort momenten is dat ze hun eigen zekerheid met zich meebrengen en, misschien belangrijker nog, dat we er niet onverschillig onder kunnen blijven. Het kan het moment zijn waarop ons eigen hart zich opent is en wij de bekentenis doen: ‘ik heb je lief’.
Gaan zien wie we zelf zijn
En nu het verlangen om te kennen. Waardoor wordt dat in ons gewekt? Ik denk dat dit verlangen vooral vat op ons krijgt als we geïmponeerd zijn door de wijze waarop iemand in het leven staat. We kunnen dat zijn vanwege de ontspannen wijze waarop een ander zijn leven leidt of vanwege de moed die hij betoont, het kan zijn vanwege het geduld dat hij weet op te brengen of vanwege zijn vermogen om zonder wrok en bitterheid te zijn. Deze mensen kunnen ons inspireren bijvoorbeeld om onze eigen eventuele bitterheid of gebrek aan moed te overwinnen.
Ons verlangen een ander te kennen, is een verlangen een antwoord te vinden op de vraag: ‘wat maakt het die ander mogelijk om zo te zijn zoals hij of zij is’; uit welke bronnen put hij, wat inspireert hem, waarin gelooft hij, waarop verlaat hij zich? Een ander willen kennen is het verlangen deel te krijgen aan wat die ander in staat stelt op die wijze in het leven te staan waarop hij dat doet. Het is met andere woorden ons verlangen dat de macht die zijn leven draagt, nu ook de dragende grond wordt van het onze. Geïnspireerd worden betekent dat die macht in ieder geval al vat op ons gekregen heeft.
Het kennen is altijd een ingrijpend gebeuren. We bewaren krachtige herinneringen aan de momenten in ons leven waarop we gingen zien wie iemand is waardoor ons hart zich voor hem opende. Evenzo blijven die momenten ons bij waarop wij een krachtige impuls ontvingen om geïnspireerd door het voorbeeld van anderen, nieuwe wegen in ons leven te gaan. Het zijn momenten waarop wij gingen zien wie wij zelf zijn. Het zijn de sleutels tot zelfkennis.
Paulus wil één-worden met Christus
Tenslotte Paulus: het is zijn verlangen om Christus te kennen en de kracht van zijn opstanding te ervaren. Paulus hééft die kracht ook ervaren en het effect daarvan was niet alleen dat hij de impuls ontving ‘om nieuwe wegen te gaan’. Paulus heeft die kracht vooral ervaren als één die zo ingrijpend was dat hij, als hij onder woorden wilde brengen wie hij was, alleen nog maar naar deze ervaring verwees. Hij werd er in zijn beleving door opgetild uit een bestaan waarin hij was vastgelopen; het maakte hem mogelijk om op een nieuwe wijze in het leven staan. Paulus drukt zich overigens krachtiger uit: als hij het over het kennen van Christus heeft, omschrijft hij dat soms op een mystieke wijze – al ons kennen heeft een mystieke component – namelijk als een één-worden met Christus, als een met hem sterven en opstaan.
Paulus heeft dit gebeuren als een weldaad ondergaan. Christus kennen betekende dat hij was gaan zien dat Christus de openbaring is van Gods goedheid en de ervaring van die goedheid heeft haar uitwerking op zijn leven niet gemist: ‘dankzij die goedheid ben ik die ik ben’, schrijft hij in één van zijn brieven. Zijn verlangen om Christus te kennen is zijn verlangen om deze ervaring blijvend in zijn leven werkzaam te laten zijn.
Met Pasen een nieuw mens worden
Aan het begin van zijn ‘nieuwe leven’ lag dus een ervaring van goedheid ten grondslag. Dat was de paaservaring van Paulus; het gebeuren dat we met Pasen vieren laat zich alleen op een indirecte wijze beschrijven namelijk in de effecten die het op mensen had en hopelijk nog altijd heeft.
De vraag dringt zich natuurlijk op hoe wij Christus kunnen kennen en de kracht van zijn opstanding kunnen ervaren. Paulus zou antwoorden dat je daarvoor in de kerk moet zijn. Is zij niet het zichtbare effect van de kracht van zijn opstanding? Komen daar niet mensen samen op wie de macht van het nieuwe leven vat heeft gekregen? Mogelijk speelt er een mild spottende glimlach om uw lippen als u deze woorden leest en natuurlijk kan ik me dat ook wel voorstellen. Maar toch: ik zou niet degene zijn geweest die ik nu ben als er in mijn nabijheid niet mensen waren geweest die mij de ogen hadden geopend voor wat het geloof in Christus in het leven van een mens vermag. Deze mensen waren er niet op uit om dat te doen, laat staan dat ze mij aan hen zelf wilden binden. Ze stonden daarvoor te vrij in het leven en ze hadden een te groot vertrouwen in de macht die hun leven droeg, om dat te willen.
Als het verlangen van Paulus het onze is geworden, hebben we iets ervaren van de macht die we met Pasen belijden.