5 mei 2016

Ook Duitsers werden bevrijd in mei 1945

Geschreven door Reinhold Philipp

‘Wat deed je vader in de oorlog?’ Dat was de eerste vraag die mij bij een van mijn eerste huisbezoeken in Den Haag gesteld werd. Gelukkig kon ik – overdonderd door de vraag – stamelend antwoorden dat mijn vader, geboren in 1929, tijdens de oorlog te jong was om politiek actief te zijn en alle handen vol had aan het runnen van een kleine boerderij. Zijn vader en oudere broers vochten aan het Oostfront. Daarom lag de zware verantwoordelijkheid voor het draaiende houden van het bedrijf samen met zijn moeder nu bij hem. Waarschijnlijk heeft hij in de oorlogsjaren nauwelijks de school van binnen gezien. Mijn moeder is in 1939 geboren en heeft de oorlog als kind meegemaakt. Haar alleenstaande moeder vluchtte in de oorlog van de stad Bayreuth, naar het platteland en trouwde daar met een boer. Vader en moeder hebben eigenlijk nooit veel over de oorlog gepraat. De Duitse oudbondskanselier Helmut Kohl sprak van de ‘Gnade der späten Geburt’ als iemand zo ‘laat’ was geboren dat hij niet bewust hoefde te kiezen voor zichzelf (lijfsbehoud) of tegen het nazi-regime.

Van mijn moeder herinner ik me alleen het spannende verhaal dat toen de Amerikanen het gebied kwamen bevrijden, zij als jong meisje in de koeienstal voor het eerst een zwarte man (soldaat) zag. Er staat bewust ‘bevrijden’ want zo is het me door de mensen in het dorp altijd verteld. Een oude vrouw waar ik als kleine jongen soms eieren en melk naartoe bracht vertelde dat haar man vlak voor de oorlog burgemeester was en dat de Amerikanen vlak na de bevrijding van het nazi-juk hem in zijn oude functie herbenoemden. Verder heb ik thuis eigenlijk nooit verhalen over verzet tegen of steun aan het nazi-regime gehoord. Velen leden onder de oorlog en onder de nazi’s. Daarom werd de ‘bezetting’ door de Amerikanen door veel Duisters ook als ‘bevrijding’ ervaren. Later kwamen de bevrijders onregelmatig in het najaar in onze regio militaire oefeningen houden. Vooral de tanks waren voor mij en mijn beste vriend dreigend en spannend tegelijk. De Amerikaanse soldaten werden altijd hartelijk ontvangen. Mijn ouders – we woonden niet ver van de grens met Tsjechië – waren lange tijd bang voor de Russen.

Vrijheid en het slavenjuk

Toen ik in Nederland kwam wonen was de sfeer hier veel opener en vrijer dan ik van Beieren gewend was. Dat heb ik als bevrijding ervaren. Maar van begin af aan was ik me ervan bewust: vrijheid is niet vanzelfsprekend. We moeten er steeds weer voor vechten. Als je in Den Haag de kerkzaal van de remonstrantse kerk binnenkomt zie je op de muur de oproep van Paulus uit Galaten 5 staan: “Sta in de vrijheid waarmede Christus u heeft vrijgemaakt”. Paulus roept in zijn brief op om de nieuwgewonnen vrijheid in Christus steeds opnieuw te verdedigen tegen oude en nieuwe regels en dwingelandij. “Laat je niet opnieuw het slavenjuk opleggen.” Ook in onze tijd wordt de vrijheid (van meningsuiting) steeds weer bedreigd door mensen en structuren. Daarom is de oproep van Paulus voor mij onveranderd actueel.

Gerelateerd