27 oktober 2016

Preek van de week: ruimte voor je mening, met humor en satire!

Geschreven door Lense Lijzen

Paulus windt er geen doekjes om! Wanneer hij de Galaten schrijft, volgelingen van Jezus in het midden van het huidige Turkije, dan doet hij dat heel direct. Hij kent immers de menselijke geest, die gevoelig is voor ijdelheid, begeertes en eigen belang. Daarom waarschuwt hij hen om zich hierdoor niet te laten verleiden en bindt hen op het hart om zich te verbinden met de ander. Immers, als je je verbindt, kun je niet zomaar vasthouden aan je eigen oprispingen of belangen. Je zult er iets van moeten opgeven. Bovendien zijn al die zaken niet goed voor jezelf. Wie teveel in de spiegel kijkt en alleen zichzelf ziet staan, kan niet het leven leiden waarin gerechtigheid, omzien naar de ander en vrede een hoofdrol kunnen spelen. En dat, benadrukt Paulus, is wel de kern van Gods boodschap. Dat is de kern van de vrijheid die Jezus Christus voor mensen bewerkt heeft.

Deze vermanende woorden van Paulus doortrekken naar de speech van president Roosevelt en in het bijzonder naar de vrijheid van meningsuiting, lijkt een grote stap. Maar dat is het niet. Want ook deze vrijheid wordt tegenwoordig steeds meer ijdel gebruikt. In de zin dat we deze claimen voor onszelf, voor de eigen groep of het eigen volk: ik mag zeggen wat ik wil, wij mogen zeggen wat we willen, het gaat om ons land, om onze manier van leven. En als de ander het daar niet mee eens is, dan is dat jammer. Zo houden steeds meer mensen minder rekening met wat de ander vindt; en ontzeggen hem of haar daarmee recht op een andere mening. Het is een beweging die de vrijheid van meningsuiting claimt voor zichzelf. Deze vrijheid zo gebruiken neemt nog hand over hand toe en lijkt steeds gewoner te worden. Dit is zorgelijk.

Vrijheid, overal ter wereld!

Het is zorgelijk wanneer je de mening van de ander links laat liggen of afdoet als flauwekul. Het getuigt niet van zelfkennis, is eenzijdig en vooral een teken van ijdelheid. En je bouwt er niets mee op, en zeker geen samenleving, die aan ieder mens recht doet. President Roosevelt heeft in 1941 zijn vrijheden niet bedoeld voor één groep, voor één partij. Maar hij maakt een statement voor het pluriforme Amerika, dat nog niet in oorlog is, voor een wereld, die al wel in oorlog is. Een statement dat ruimte moet scheppen voor wie dat nodig heeft. Wat ook betekent dat wie het voor het zeggen heeft of teveel vrijheden geniet, daar misschien iets van moet opgeven om ze uiteindelijk voor iedereen mogelijk te maken. Zo kijkt Roosevelt over de grenzen van de eigen macht en gewoonten, de grenzen van het eigen land heen, naar de hele wereld. Niet voor niets benadrukt hij het everywhere in the world.

Deze tweezijdigheid vormt ook voor Paulus de kern van zijn aansporing aan de Galaten (5 vers 13 t/m 23). In het samenleven met elkaar, in het nu en voor de wereld van de toekomst,  kun je er niet voor de ander zijn, kun je de ander niet in Gods naam dienen, als je deze wederkerigheid loslaat. Je kunt niet alleen voor jezelf leven en je eigen begeerten volgen. Daarmee dien je Gods gebod van liefde niet. Die liefde is niet gebaat bij een langs elkaar heen kijken of de ander links laten liggen, maar juist bij een ‘naar elkaar toe gaan’ – hoe moeilijk dat soms ook is. Je bevindt jezelf immers ook vaak in twee posities. In de ene situatie zul je ruimte, vrijheid kunnen geven, op een ander moment ontvang je deze zelf. En je naaste is niet alleen de ander voor wie je wel of niet kunt kiezen, de naaste ben je ook zelf. Het is toch prettig als er anderen zijn, die voor jou opkomen en je niet links laten liggen.

Zoutpilaren op het veld

Omkijken naar, rekening houden met, is dus niet alleen een gebod naar de ander toe, je kunt ’t zelf ook hard nodig hebben dat iemand je ziet staan. In zo’n relatie van wederkerigheid kan vrijheid van meningsuiting ’t best gedijen. Niet dat je met ieder vriendjes moet zijn. Maar als voorstander van een basaal recht om je mening te kunnen zeggen, moet je ook de wil en de moed hebben om dat de ander te gunnen. Zo open, zo verdraagzaam moet je dan kunnen zijn. Sommige spelers op het veld van de vrijheid van meningsuiting weten precies wat ze aan dit spel van geven en nemen kunnen bijdragen. Anderen staan als in zichzelf gekeerde zoutpilaren op dit veld, verankerd in eigen gelijk, boos op wie niet denkt als zij zelf.

Een grote speler op het veld van de vrijheid blijft Erasmus. Omdat hij ook ons, mensen van nu, in beweging kan zetten. Zijn grote wapen is de kunst van het woord, vaak doordesemd met een flinke hoeveelheid humor en satire, vlijmscherp en relativerend tegelijk. Precies dit gebruik van humor is wat vaak ontbreekt bij wie vrijheden vooral voor zichzelf opeisen en de ander niks gunnen. Nu wordt Erasmus, als humanistisch denker, te vaak losgeweekt uit zijn geloofsachtergrond; ijdel gebruik van zijn naam voor van alles en nog wat vind je overal. Maar zijn christen-zijn kun en mag je niet van hem afnemen. Integendeel, vandaar vertrekt hij en dat maakt hem juist bijzonder: als gelovige christen wil hij nadenken over ruimte in geloof, het denken van de mens en over de praktijken in de kerk. Met hem kun je door de vaak dichtgemetselde deuren heen kijken; hij zet vensters open. Met humor en satire.

Het evenwicht verstevigen

Paus Julius is een prachtig voorbeeld van hoe Erasmus middenin de stroom van zijn tijd kritisch is tegenover zijn eigen kerk. Niet omdat hij deze wil afbreken, maar om ruimte te maken binnen de muren – en daarbuiten. De oude machthebber in de kerk (paus Julius II is in 1513 net overleden) wil hij nog één keer een spiegel voorhouden, vanwege zijn verleden als krijgsheer die het grondgebied van de kerkstaat wilde vergoten. Maar diezelfde spiegel met ijdelheid laat hij ook zien aan zijn opvolger en andere kerkleiders die denken dat ze het door hun ambt automatisch goed doen. Diezelfde spiegel laat hij ook zien aan ons, mensen van deze tijd. De kritische noten die Erasmus met Julius kraakt, de humor en satire, bijten ook nu nog. Zijn bekendste werk, de Lof der Zotheid, zal in nog bredere kring ontvangen worden en uitgroeien tot een pleidooi voor verdraagzaamheid. Zodat er een evenwicht kan ontstaan in mensen zelf, maar ook in de maatschappij, waarin mensen zeer ongelijk zijn.

Het is dit evenwicht dat ook Paulus bij de Galaten probeert te verstevigen. Hoe anders lijkt het vaak in onze dagen. Zijn we niet te ver doorgeschoten? Vaak lijkt niet meer het doel een betere wereld of koninkrijk als een herstel van verhoudingen tussen mensen, maar het monddood maken of zelfs uitschakelen van de mens met de andere mening. De Four Freedoms zijn echter bedoeld voor allen. Niet alleen voor de westerse wereld, de eigen groep of degene met het ijdele ego, maar voor ieder, overal op aarde die –in Gods naam of niet- als mens in deze wereld wil staan. Van Rusland tot Wallonië, van Venezuela tot Zuid-Afrika. Voor wie voluit in het leven wil staan … wat niet betekent dat er geen grenzen zijn. Maar de ruimte mag voorop staan, in ons denken én in ons handelen. Dat is een lijn die we van Christus’ vrijheid, die Paulus zo dierbaar is, kunnen doortrekken naar vandaag.

Glaskunstenaar Marc Mulders zegt het heel treffend bij zijn nieuwe Erasmusraam in Gouda: “Ik wil met het binnenvallend licht een nieuwe ruimtelijkheid schilderen, waar erasmiaanse klanken van tolerantie, vergeving en gastvrijheid verbeeld worden in een abstract patroon van lichtschakeringen, kleurnevels en lichtflitsen, genereuze ruimtelijkheid…”

Dat we daarvoor mogen openstaan!

Amen

Gerelateerd