28 januari 2022

Op zoek naar een zachte zin #poëzieweek

Geschreven door Johan Goud

Liederen – bijvoorbeeld het lied van Debora en Barak (Richteren 5) – behoren tot de oudste gedeelten van de bijbel. Dat is niet zo vreemd. Want bij de schreeuw, de klacht, het verlangen, de lofprijzing, begint alles. De teksten die daaruit ontstaan, hebben een bezwerende en vervoerende kwaliteit die ze op muziek laat lijken. Later, veel later, breekt de tijd van het vertellen en betogen aan – op het moment dat we, zo goed en kwaad als het gaat, naar een zekere mate van ordening en overzicht op zoek gaan. Maar als het goed is, blijft die musische oorsprong ook dan doorklinken.

In kerkelijke vieringen gebeurt dat als we muziek maken en zingen, maar ook in de overdenking, zolang die maar dichterlijk van toon is. In muziek en poëzie komt het onbevangen kind in ons weer tot leven, het kind dat gevoelig is voor beeldspraak, zich door het ritme van de taal laat meevoeren en in vrijheid associeert. Het werk van bijbelse dichters, profeten en parabelvertellers is ons daarbij behulpzaam. Maar dat geldt evenzeer voor de poëzie die hier en nu geschreven wordt.

Perspectief denkbaar?

Alicja Gescinska (1981), van Poolse afkomst, is bekend als filosofe en publiek intellectueel in België en Nederland. Ze schrijft poëzie op de overgang van gedachten naar gedichten. Haar eerste dichtbundel heeft dan ook de veelzeggende titel Trojaanse gedachten (2022).  Het is een zeer somber gestemde bundel, beheerst door verdriet over ‘deze droevige planeet’ en een ‘gebroken hemel’. “Ik heb geleerd, / Maar niet hoe te ademen. / Niet hoe te stappen zonder omkijken. / Niet hoe te vallen naar de toekomst toe.”
Zo begint het gedicht ‘Zin’, met regels die het tegenovergestelde uitdrukken van wat wel ‘levenskunst’ wordt genoemd. In de laatste strofe van ditzelfde gedicht wordt voorzichtig gevraagd of een perspectief denkbaar is, een ‘zachte zin’ die weerstand biedt.

Ik heb verdrongen,

Wat ik nooit heb kunnen achterhalen:

Of een zachte zin meer van het leven maken kan

Dan de ongelukkige kunst van het zijn.

Sprong naar andere dimensie

Geen antwoord, eerder een lyrische sprong naar een andere dimensie van ‘zijn’, is te vinden bij de eveneens Vlaamse, veelvuldig bekroonde schrijver en dichter Peter Verhelst (1962). In zijn bundel Wij totale vlam (2015) draait alles rond wij, jij en ik – levend op een aangetaste, in zijn voortbestaan bedreigde planeet, maar hoe dan ook liefhebbend en zich overgevend. De taal gaat hier zingen en barst uit in onafgemaakte zinnen – alsof de dichter over zijn woorden struikelt. Zijn poëzie is kwetsbaar en vraagt van de lezer: lees mij, lees mij nog eens, herinner je die ‘ene ongelofelijke trilling’, laat je aanraken door ‘die ene vlam’.

WEET JE NOG?

Weet je nog toen we op de toppen van onze tenen op de rand

Van een berg leek het wel, die keer dat we jubelend, een seconde,

Niet langer, enkele millimeters over de rand leken we, nooit eerder

Dan tijdens die onsterfelijke, die ene ongelofelijke trilling

Die er achteraf misschien niet eens, die ene vlam

Die uit ons opschoot, zeiden we, of die we hadden kunnen zijn, dachten we,

Buiten adem, die seconde die eeuwig leek, dat dansen, dat juichen,

En we de seconde erna al, hoe is het mogelijk dachten we, en dat we ons nooit

Eerder zo overvol, hoe we wisten dat we vanaf nu elke seconde verder, weet je nog

Hoe we, zeiden we soms, dat we wisten dat we nooit meer, dat we er altijd

Aan zouden denken hoe de lont vanaf nu verder, almaar verder, onherroepelijk

Elke millimeter een millimeter dichter bij die andere, die totale vlam

Die ons vanaf nu in een totaal andere vorm begon te likken.

Over Johan Goud

Johan Goud

Johan Goud is emeritus predikant. Hij werkte in de remonstrantse gemeente Eindhoven en Den Haag. Daarnaast was hij hoogleraar Religie en zingeving in literatuur en kunst aan de Universiteit Utrecht. Vanaf begin 2017 is hij post-emeritair aangesteld als 'godsdienstfilosoof' bij de remonstranten Den Haag (een aanstelling die mogelijk werd door een erfenis van gemeenteleden).

Gerelateerd