De smaak van mijn jeugd
Geschreven door Christiane Berkvens - StevelinckIn de bekende zevendelige roman van Marcel Proust A la recherche du temps perdu (Op zoek naar de verloren tijd) vertelt de hoofdpersoon Marcel zijn persoonlijke ontwikkeling voor en na de Eerste Wereldoorlog. Elk frans kind kan vertellen hoe Marcel, zittend op een terras, een koekje (een madeleine) in zijn bloesemthee doopt en door de typische smaak zijn herinneringen aan zijn geboortedorp Illiers-Combray meteen weer terugkrijgt.
De scène is een gemeenplaats geworden. Als iemand zich plotseling iets herinnert door een bepaalde associatie met smaak, geur of klank, zegt men: c’ est la madeleine de Proust! (Het is net als met de madeleine van Proust). Deze zomer kwam ik twee keer op dezelfde dag Proust tegen, en wel, zeer onverwachts, op Curacao!
Onvertaalbaar
Ik las met veel genoegen een van de spannende en magistraal geschreven boeken van de Franse schrijver en verzetstrijder Romain Gary, Les cerfs-volants. Het vertelt het verhaal van een jongen en zijn oom, die gedurende de hele Tweede Wereldoorlog in een Normandisch dorpje, vliegers bleven maken (cerfs-volants). Ze deden dit als poëtisch verzet tegen de bezetters en als cover voor hun werkelijke verzetsactiviteiten. Op een gegeven moment las ik in dat boek een woord dat ik bijna een halve eeuw niet meer gehoord of gelezen had. Een ouderwets uitroepwoord, dat niemand volgens mij na de jaren zestig nog ooit heeft gebruikt. Onvertaalbaar, in welke taal dan ook.
Oordeel het zelf: het woord luidt scrogneugneu. Alleen een Franstalige kan zoiets a) bedenken en b) uitspreken. Het dichtst bij komt nog het Engelse woord humph, maar dan uitgesproken door een woest bebaarde en slecht gehumeurde Schotse whiskydrinker. Hoe dan ook, de oude man uit les cerfs-volants zei, bij het loslaten van vliegers in de vorm van jodensterren als verzetsdaad tegen de deportatie van Parijse joden in 1942: scrogneugneu! In een fractie van een seconde was ik terug in het huis van mijn grootouders die een zwak hadden voor joods cabaret en gefilde fish. Zij gebruikten dat woord en ik was het volkomen vergeten. O Proust, dacht ik.
Smaak van mijn jeugd
Kort daarop, liggend op het parelwitte strand van het Avilahotel in Willemstad, vroeg mijn vriendin: lust je een ‘frozen cappuccino’? Nu heb ik twee jaar in Italië gewoond, maar van zo’n cappuccino had ik nog nooit gehoord. Ik ben voor sommige dingen niet bij de tijd, naar het blijkt. Frozen cappuccino drink je met een rietje. Handig voor privé-ziekenhuispatienten en strandliggers. De eerste slok zal ik niet gauw vergeten. La Grand Place de Bruxelles doemde op tussen de blauwe golven van de Caribische zee.
Een frozen cappuccino bleek niets anders te zijn dan het Cafe liegeois uit mijn jeugd. Het is een hele tijd weggeweest van de Belgische menukaarten, want ik heb het meerdere malen tevergeefs besteld. Geen wonder: het blijkt herdoopt te zijn tot een Engels-Italiaans frozen cappuccino. Waarom dat nodig is, blijft mij een raadsel. Maar de smaak, ja, de smaak blijft uniek en onovertroffen. Het is de smaak van de madeleine van Proust, het is de smaak van mijn jeugd. Scrogneugneu!