Nederlanders, tot alle kwaad geneigd!
Geschreven door Christiane Berkvens - StevelinckNederlanders zijn aparte mensen. Een klein land met een groot verleden en zelfs een Gouden Eeuw, een klein land dat eindigt als twaalfde bij de Olympische Spelen, een klein, rijk land vol ontevreden mensen. Althans, dat is wat de media ons willen doen geloven. Ik weet niet hoe het met u is, maar ik geloof er niets van. Er is namelijk iets anders aan de hand. De vermeende ontevredenheid van de Nederlanders ligt aan hun calvinistische taalgebruik. En aan de vooravond van de vierhonderdste verjaardag van de overwinning van de Gomaristen op de Arminianen bij de synode van Dordrecht, is naar mijn mening het juiste moment aangebroken om de Nederlandse taal eindelijk te ontzuilen. Laten we wederom het befaamde ‘ite ite’ laten klinken maar dan niet om ons, remonstranten, de deur te wijzen. Neen: laten we ‘ite ite’ roepen tegen de calvinistisch getinte uitdrukkingen die ons een gevoel van eeuwigdurende ontevredenheid bezorgen.
Een tikkeltje roomse opgewektheid zou al volstaan. Knielen op een rozenperk in plaats van op een bed violen maakt een hemelsbreed verschil. Laten we dus de calvinistische uitdrukkingen gewoon uit onze taal verbannen. ‘ite ite!’ Bij voorbeeld naar Antwerpen. Nederlanders zijn eeuwige mopperaars. Let wel: ze klagen niet over hun persoonlijke situatie. Dat moest er nog bijkomen in een land met de gelukkigste kinderen van heel Europa, waar je telefonisch binnen een paar minuten alles kunt regelen (behalve je internetverbinding) en waar de winkels op zondag uitpuilen van de funshoppers! Neen: Nederlanders zijn over het algemeen tevreden over hun eigen situatie maar ontevreden over de maatschappij die ze samen met elkaar vormen. Eigenlijk kun je dus zeggen dat Nederlanders ontevreden zijn over zichzelf. Tot alle kwaad geneigd, dus. Kan het calvinistischer?
Het kon minder
Nogmaals: verwonderlijk is dat niet. Het zit gebakken in de taal. Als u een Groninger vraagt of hij blij is met uw prachtige cadeau, antwoordt hij: ‘het kon minder…’ Dan vraagt u zich verbijsterd af wat u fout heeft gedaan. Maar dat is een vergissing. Het kon minder drukt in Groningen de opperste verrukking uit. Vreemde uitdrukkingen komen overigens niet alleen in het Groningse voor. Ga bij uzelf eens na. Iemand komt bij u voor het eerst op bezoek, kijkt ongegeneerd uw huis rond en roemt de ligging, de ruimte of het sfeer van uw huis. En wat zegt u dan: ‘ik mag niet klagen!’ Eigenlijk bedoelt u te zeggen dat u zeer tevreden bent en voor geen goud met de bezoeker zou willen ruilen. Maar dat zegt u niet! Laatst betrapte ik mezelf op deze reactie en besefte opeens hoe grondig ik als allochtoon geïntegreerd ben. Waarom zei ik niet gewoon: ‘dank je, ik ben zielsblij met mijn onderkomen?’ Neen, ik zei: ‘nou, ik moet zeggen, ik mag niet klagen…’ Dit geeft precies aan waarom het lijkt alsof de Nederlanders zo ontevreden zijn. In plaats van : ‘joepie, ik ben blij,’ zeggen ze, onderkoeld, ‘ik mag niet klagen…’
Soms neemt deze calvinistische inslag vreemde vormen aan. Mijn oncoloog zegt, terwijl hij de foto’s bekijkt: ‘mmm, het ziet er niet slecht uit’. Hij bedoelt: ‘het gaat goed, je kunt een tijdje wegblijven.’ Dit is een typisch Nederlands verschijnsel. Vrouwen kunnen in dit land maar moeilijk met complimenten omgaan. ‘Wat heb je een mooi bloesje aan’ wordt stelselmatig beantwoord door: ‘oh, maar die is al jaren oud ‘of – nog erger: ‘het is een afdankertje van mijn zus…’ Ik heb me laten vertellen dat dit land voor Franse en Italiaanse mannen, die hun verleidingskunst vooral op complimenten baseren, een moeilijk jachtterrein is. Nederlandse vrouwen zien er zelden uitbundig of flamboyant uit. Neen, Nederlandse vrouwen zien er netjes uit. Dat is ongeveer het mooiste compliment dat men kan doen… Met dank, dus, aan de definitieve overwinning van het strikte calvinisme bij de synode van Dordrecht. Taalkundig gezien, valt er dus volgend jaar niets te vieren.
Dit artikel is eerder in AdRem verschenen