Mijn goede voornemen voor 2017: weg met de woede
Geschreven door Koen HoltzapffelHoe zit het met joúw goede voornemens voor 2017? Liggen ze al klaar of begin je er maar niet meer aan? Ach ja, na een maand zijn de meeste goede voornemens al weer lang en breed opgeborgen in de onderste la. Samen met de kerstballen en de piek. See you later, tot volgend jaar!
Toch blijf ik het proberen. En ik laat me daarbij inspireren door de bijbelse figuur van tollenaar Zacheüs. Niemand kan goede voornemens formuleren zoals hij! Zijn naam betekent de reine, maar in het begin van het bijbelverhaal in Lucas 19 is hij alles behalve rein. Als hoofdtollenaar van Jericho collaboreert hij met de Romeinse bezetter en steekt hij heel wat belastinggeld in eigen zak. Logisch dat z’n stadgenoten woedend op hem zijn. Maar die woede helpt niet veel. Zacheüs verandert er niet door. Jezus, op doorreis in Jericho, pakt het anders aan. Als Zacheüs in een hoge vijgeboom kruipt om een glimp van Jezus op te vangen, dan roept hij de tollenaar bij zijn naam. ‘Zacheüs, kom vlug naar beneden want vandaag moet ik in jouw huis verblijven’. Bij name genoemd weet hij niet hoe snel hij uit de boom moet komen. Hij herinnert zich ook de betekenis weer van zijn naam: het ging er toch niet om rijk te worden? Nee, het ging er om rein te blijven in het leven, zuiver te zijn. En dan borrelen als vanzelf de goede voornemens op vanuit zijn hart. Iedereen mag weten wat Zacheüs nu gaat doen: ‘De helft van mijn bezittingen geef ik aan de armen, en als ik iemand iets heb afgeperst, vergoed ik het viervoudig.’ Zo maak je schoon schip, zo zet je een streep onder het verleden en begin je echt opnieuw. Of Zacheüs zijn goede voornemens inderdaad heeft uitgevoerd? Dat vertelt het verhaal niet. Misschien viel het ook hem niet mee in de praktijk. Maar mij inspireert het om er toch weer één te formuleren: een goed voornemen voor 2017!
Ok, dat was Zacheüs, nu ik
Roken doe ik niet, afvallen is niet zo nodig, dus wat dan? Dankzij Martha Nussbaum weet ik het nu. Half december kwam de Amerikaanse filosofe haar nieuwste boek in Nederland promoten, over Woede en vergeving. Ze sprak ook in Rotterdam, in de remonstrantse Arminiuskerk. Natuurlijk is iedereen wel eens boos. Woede kan een signaal zijn dat er iets heel erg mis is. Maar vervolgens moet je niet in die woede blijven hangen. Want woede is over het algemeen een slechte raadgever als het om de toekomst gaat. Dus boze blanke mannen (en vrouwen), doe iets positiefs en toekomstgerichts met je woede. Transitie-woede heet dat in Nussbaums terminologie. Ik noem het functionele woede (zoiets als functioneel bloot maar dan anders). ‘Ach wat afschuwelijk, daar gaan we iets aan doen.’
Ruimhartige, lichtvoetige, humorvolle woede, woedeloosheid zelfs. Daar gaat het Nussbaum om. Zeker niet gemakkelijk, maar laat je niet ontmoedigen. Nussbaum haalt het neusje van de zalm erbij om ons de voordelen van zulke woede aan te tonen. Van Seneca tot Gandhi, van King tot Mandela. Na enig zelfonderzoek onder de kerstboom geef ik Nussbaum helemaal gelijk. Boosheid levert meestal niet veel op. Dat gold in casu Zacheüs, dat geldt vandaag de dag. Mijn goede voornemen voor komend jaar luidt dus: oefenen in woedeloosheid. Op 1 januari begin ik er mee, da’s nog een zondag ook. Op naar minder woede in 2017. En naar meer vrijheid en verdraagzaamheid. Maar dát goede voornemen bestaat al sinds 1619 (oprichting van de Remonstrantse Broederschap)!