Over verlangen naar zachtheid en chocola
Geschreven door Kim de BergDe veertigdagentijd is van oudsher een periode van bezinning en vasten. Door ons te onthouden van bepaalde eet- en drankgewoontes verleggen wij de aandacht en onze verlangens. Wij nemen enige afstand van de dagelijkse rompslomp en stellen onszelf de vraag waar wij ons op willen richten in ons leven. Want voor we het weten lopen wij aan het wezenlijke voorbij. Wat missen wij en waar verlangen wij naar?
Een van mijn favoriete anekdotes over de veertigdagentijd komt uit het boek ‘In de kou’. In die uitgave, inmiddels ook al weer behoorlijk oud, blikken de schrijvers Michel van der Plas en Godfried Bomans terug op hun Roomse jeugd in het nog volop verzuilde Nederland. Bomans vertelt dan hoe de vastentijd in zijn jonge jaren haast een wedstrijd werd waarin hijzelf en zijn broers tegen elkaar opboden. Met als hoogtepunt de anekdote over hoe ze omgingen met de verleiding van een reep chocolade: niet degene die de kracht heeft de reep te laten liggen is het beste in vasten, maar hij die de reep wel opeet, maar er niet van geniet… Ik vind het nog altijd een heerlijk verhaal, maar het zet me ook aan het denken. Omdat ik aspecten daarvan soms ook nu nog terugzie: de veertigdagentijd als wedstrijdje afzien. De neiging om de lat zo hoog mogelijk te leggen, is het niet naar de ander toe dan wel voor jezelf. En zo wordt vasten een prestatie die ook hopeloos kan mislukken.
Wedstrijdje afzien
Eerlijk gezegd heb ik daar moeite mee. Omdat alles in onze maatschappij al zo prestatiegericht is. Omdat het soms meer lijkt op een persoonlijke make-over waarbij de goede voornemens weer even uit de kast worden gehaald dan op een spiritueel proces. Omdat het toch weer over succes gaat. Waarbij zelfs in het niet meedoen aan de ratrace van de samenleving een competitief element lijkt te schuilen. Kijk mij eens ontspullen, afzien van social media en het anders doen dan de goegemeente!
Ik verlang, zo merk ik, naar ontspanning. Naar even niet zoveel van mezelf vragen. Naar de ervaring dat het ook goed is als ik een keer niets presteer. Misschien omdat die andere kant bij mij, met mijn onverbeterlijke calvinistische aard, altijd al wel aanwezig is. Op weg naar Pasen zoek ik de schoonheid in dit gebroken leven. De verbinding in een verdeelde samenleving. Het gevoel dat we elkaar inspireren en niet beconcurreren. Ik verlang naar zachtheid.
En, vooruit, ook af en toe naar een reep chocola.