Hoe ik word ontroerd
Geschreven door Joep de ValkSommige mensen ontpoppen zich op geheel onverwachte wijze, wanneer zij eenmaal hun kantoorkleren hebben afgelgd. Enkele jaren geleden hoorde ik van een IT-er die in zijn vrije tijd een erg goede zanger is. Maar meer nog, ook een zeer verdienstelijk componist. Nu, daar heb ik diep respect voor: muzieknoten zo rangschikken dat er iets ontstaat. Dat zou ik nooit kunnen.
Een paar jaar geleden hoorde ik over een prachtige Allerzielenbijeenkomst. Rond 2 november worden de laatste jaren veel bijeenkomsten georganiseerd, door uitvaartbegeleiders, door begraafplaatsen, door de gemeente Amsterdam in het Vondelpark. Zo wordt het kerkelijke gebruik naar het seculiere domein verschoven. Het spreekt veel mensen aan. De seculiere bijeenkomst waarover ik enthousiaste verhalen hoorde speelde zich af rond een twintigtal semi-professionele zangers én de koorstuken van onze multi-begaafde IT-er. Werkelijk kunstig, zowel de composities als de uitvoering. Tussendoor een dominee die het thema herdenking van dierbaren telkens een stukje verder ontvouwde. En alles zonder het woord God te noemen, of het hiernamaals, of bodem onder ons bestaan. Zo seculier mogelijk is de bedoeling.
Namen wervelen om ons heen
Het klapstuk was het zingen van een indrukwekkende reeks namen van overledenen. De stemmen vloeiden prachtig door elkaar, vanuit verschillende hoeken van de ruimte. Namen die ieder van ons had mogen opgeven bij binnenkomst. Ik verkeerde in een andere wereld, met overledenen die om ons heen wervelden, soms luid en duidelijk, soms nauwelijks hoorbaar. We zaten op het puntje van onze stoelen om de namen te horen. En om vooral de dierbaren die ieder van ons zelf had opgegeven niet te missen. Die namen te horen, dat was noodzaak.
Als kerk willen wij graag iets doen voor randkerkelijken. In onze verbeelding (verlangen?) zien wij dan mensen voor ons die eigenlijk wel in iets geloven, maar zich niet kunnen vinden in onze wat ouderwetsige zondagsdienst. Dus dit herdenkingskoor leek mij helemaal aan te sluiten bij de behoefte van al die randkerkelijke zoekers om uitdrukking te geven aan een gevoel dat onze dierbaren niet echt weg zijn. Zo gezegd zo gedaan. Op een zaterdagnamiddag rond Allerzielen. Goed reclame gemaakt, en er waren best wel veel mensen. Maar of het nu al die randkerkelijken waren wier behoeften wij tegemoet wilden komen? Het bleken vooral onze eigen kerkgangers te zijn, en veel vrienden van de uitstekende zangers. Slechts vijf bezoekers voldeden aan het profiel van de doelgroep. Ja, zeg je dan, Amsterdam, je hebt daar zoveel.
Minder kunstig, minder seculier, maar o zo betekenisvol
Nu zingen we nog steeds namen. Maar niet meer rond Allerzielen en niet meer op zaterdagmiddag. Gewoon op de laatste zondag van het kerkelijk jaar en gewoon op zondagochtend. Maar het is nog steeds prachtig, met vele familieleden van onze overleden leden en vrienden. Hun namen die respectvol worden uitgesproken, waarbij telkens een kaars wordt aangestoken. Al die waxinelichtjes die de kerkgangers en hun gasten kunnen aansteken ter herdenking van hun eigen dierbaren. En dan – over die prachtige tafel vol licht heen – worden die bij binnenkomst opgegeven namen stuk voor stuk gezongen door enkele solisten. Minder kunstig, minder seculier, maar o zo betekenisvol. Je ziet het aan de verstilde gezichten en de tranen her en der. De Eeuwige zegene ons, en Hij zegene onze herinneringen aan de mensen die overleden zijn. Ontroerend.