Hoe kan het toch dat Donald Trump zo immens populair is bij conservatieve christenen?
Geschreven door Robin de WeverHet blijft een van de meest onderbelichte delen van zijn presidentschap: hoe vaak Donald Trump ook de feiten verdraait, hoe ver hij ook onder de gordel schiet, de meeste zogenoemde conservatieve witte protestanten blijven achter hem staan. 73 procent van de evangelicals is tevreden over zijn prestaties dusver, peilden de Washington Post en ABC News in november. Andere peilbureaus komen al maanden met vergelijkbare scores. Van de evangelicals die vorig jaar naar de stembus gingen, koos 81 procent voor hem. Een eclatante score, zelfs naar Republikeinse maatstaven. En een doorslaggevende, want evangelicals vormen maar liefst een vijfde van het electoraat.
Over de vraag waarom zij zo enthousiast zijn over iemand die zo ongeveer het tegenovergestelde is van een vroom christen, wordt al anderhalf jaar flink gespeculeerd. Het meest gangbare antwoord is nogal overzichtelijk: al voor de verkiezingen was duidelijk dat Trump een rechter mocht benoemen in het Hooggerechtshof. De conservatief die hij benoemde, Neil Gorsuch, garandeert nu min of meer dat ’s lands hoogste juridische instantie conservatieve besluiten kan blijven nemen, tot een van de rechters overlijdt. Abortus, gewetensbezwaren – dankzij Trump staat conservatief Amerika nog jaren sterk. Maar die benoeming verklaart natuurlijk niet waarom evangelicals nu, maanden na het binnenhalen van die buit, nog steeds vierkant achter hem staan.
Gitzwarte scenario’s
Op zoek naar een completer antwoord reisde ik vorig jaar door de Bible Belt, luisterend naar christelijke ‘talk radio’ en sprak ik met dominees, trouwe kerkgangers en studenten aan conservatieve universiteiten. Tijdens die gesprekken kwam telkens weer naar voren: de Bible Belt is bang. De onvrede waarop Trump zijn politiek bouwt, komt voor een belangrijk deel voort uit secularisatie en ontkerstening. Dat nu ook conservatieve kerken leeglopen is tot daar aan toe, maar dat je als conservatief die nog wel iedere zondag ter kerke gaat langzaamaan een curiositeit wordt, doet echt pijn. In de grote steden aan de kusten en in talkshows, zo is de teneur, wordt vaak honend gesproken over midwesterners en de zuiderlingen die vasthouden aan traditionele waarden. Tijdens Obama’s presidentschap ging het regelmatig over minderheden die steun nodig hebben, zoals zwarte jongeren, homo’s, transgenders. Menig Trump-minnend evangelical vraagt zich af: waarom ziet Washington niet dat wij, kleinstedelijke, traditionele en godvruchtige Amerikanen het minstens zo zwaar hebben?
Ik hoorde gitzwarte scenario’s. Het echte Amerika en haar christelijke identiteit liggen van alle kanten onder vuur, klonk het, vooral bij veertig-, vijftig- en zestigplussers. Door de invoering van het homohuwelijk wiebelt de hoeksteen van de samenleving in zijn voegen, en voor gewetensbezwaren is steeds minder ruimte. In opinie-onderzoeken komt dat ook naar voren: daar noemen evangelicals zich ’s lands meest vervolgde minderheid. Zonder Trump kan een voorganger die preekt tegen homoseksualiteit achter de tralies belanden, somberde een van de baptistische predikanten die ik sprak. Tot overmaat van ramp zouden die goddeloze linksen de grenzen wijd open hebben gezet voor Arabieren, en voor de rotte jihadistische appels in hun midden.
Links vs. rechts, goed vs. kwaad
Op de rechtse tv-zender Fox News en op conservatieve radio is die cultuuroorlog het gesprek van de dag, iedere dag weer. De strijd wordt daar in bijna apocalyptische termen gestreden: niet alleen links tegen rechts, maar vooral ook goed tegen kwaad. En ja, dan kom je al snel uit bij Trump. Die denkt ook in goed en kwaad, en ook hij schildert dat kwaad af als een existentiële bedreiging. Diens presidentschap is een interessante case study geworden in wat er gebeurt als religieuze groepen zich vereenzelvigen met een politieke ideologie, als ze hun religieuze en politieke identiteit één laten worden. Dan zijn zaken die niet direct met persoonlijk geloof te maken hebben, zoals het verdwijnen van geloof in het publieke domein, de invoering van het homohuwelijk en legalisering van abortus niet alleen meer politieke en maatschappelijke tegenslagen, maar ook aanvallen op de hele christelijke identiteit. Op het geloof zélf.
Geleid door angst en paniek beland je als evangelical dan in de armen van een meermaals van overspel beschuldigde volksmenner met een bijzonder creatieve kijk op de werkelijkheid. Iemand die eigenlijk alles is wat je verafschuwt, maar die tegelijk bereid is om voor je te vechten. En die, zoals je op Fox hoort, voortdurend doelwit is van hetzes, opgetuigd door links en door het Washingtonse establishment. Zo iemand geef je op zijn minst het voordeel van de twijfel.