Waarom filosoof Montaigne zo verrassend actueel is #maandvandefilosofie
Geschreven door Foeke KnoppersDe Essays van Michel de Montaigne (1533-1592) zijn mij zeer lief. Ik kan alleen maar beamen wat je een ieder die van Montaigne houdt altijd zult horen zeggen, namelijk dat je de sensatie hebt dat je de overpeinzingen van een tijdgenoot leest.
Onlangs verscheen een imponerende biografie over Montaigne van Philippe Desan waarin wordt afgerekend met het populaire beeld van een man die zich een paar jaar voor zijn veertigste verjaardag in een van de torens van zijn landgoed terugtrekt om, zoals hij zelf schrijft ‘een openbaar leven in te ruilen voor een meditatief bestaan’. Volgens Desan zou Montaigne uitsluitend en alleen politieke aspiraties met zijn Essays gehad hebben. Ik kan niet beoordelen of Desan met zijn boek dat verguisd en geprezen is, het gelijk aan zijn kant heeft. Maar stel dat het waar is. Dan blijft, denk ik, waar wat Charles Taylor (in Bronnen van het zelf) over de Essays schrijft, namelijk dat ze een nieuw soort reflectie inluiden, één ‘die intens individueel is’ en die leidt tot een zelfkennis die de door ‘hartstocht en spirituele hoogmoed opgetrokken beschuttingen van waandenkbeelden over het zelf’ heeft doorzien.
Waandenkbeelden om zeep helpen
De eerlijkheid van Montaigne is onthutsend. Zelf relativeert hij haar: ‘ik spreek de waarheid, wel niet onomwonden, maar zoveel als ik durf; en ik durf wat meer naarmate ik ouder word.’ Tot de ‘waandenkbeelden over het zelf’ hoort onder andere de idee dat de ratio het onderscheidende kenmerk van de mens zou zijn. Montaigne slaat de ratio niet al te hoog aan en meent dat haar macht bescheiden is, omdat wij vooral in de greep van de gewenning en de verbeelding zijn: ‘sluit een wijsgeer op in een kooi van dun, wijdmazig ijzerdraad en hang die aan een van de torens van de Notre-Dame in Parijs. Zijn rede kan hem nog zo overtuigend vertellen dat hij er met geen mogelijkheid uit kan vallen, maar toch als hij van zo’n duizelingwekkende hoogte naar beneden kijkt, helpt er geen moedertjelief aan of hij verstijft van schrik (tenzij hij natuurlijk dakdekker is).’
Openheid voor nieuwe ervaringen toelaten
Montaigne doet er alles aan om de macht van de gewenning te doorbreken of m.a.w. een openheid te behouden voor nieuwe ervaringen. Een niet onbelangrijk kenmerk van de echte ervaring is immers dat wij ons ervan bewust worden dat de dingen en de mensen anders zijn dan wij dachten. Die openheid die hij zowel m.b.t. zichzelf als m.b.t. de dingen en de mensen om hem heen wist op te brengen vind ik nog het meest fascinerend aan Montaigne. De dingen waar hij in zijn leven zo aan hechtte zoals vriendschap, discussies, reizen en het lezen van boeken (‘Boeken zijn de beste proviand die ik heb gevonden op deze levensreis…’) zouden zonder die openheid nooit die beslissende betekenis in zijn leven hebben kunnen krijgen die ze hadden. Ze hielpen hem te luisteren naar zichzelf en ‘iedereen die goed naar zichzelf luistert, ontdekt een vorm die hem eigen is, een basisvorm die de strijd aangaat met zijn opvoeding en de hartstochten die hem teisteren en ondermijnen’.
Van die ontdekkingstocht leggen de Essays een imponerend getuigenis af. Aan het einde van zijn laatste essay lezen we: ‘oprecht kunnen genieten van je eigen wezen is de hoogste volmaaktheid en grenst aan het goddelijke’.