Nu zijt wellekome
Geschreven door André MeiresonneBij mij om de hoek komt het vluchtelingenvraagstuk ineens heel dichtbij. Daar staat de Bethelkapel, Huis van God. Waar nu al wekenlang, dag in dag uit, kerkdiensten worden gehouden, 24/7. Het is een doorlopende appel op mij – van anderen, en vooral van mijzelf. Wat doe je, je bent toch voorganger, wanneer ga jíj daar nou voor?
Ongemak
Het kwam nog dichterbij toen ik Haryarpi Tamrazyan sprak, in de hal van de kerk. Ze is 21 jaar en student in Tilburg. Ze liet net mensen uit, vrienden van haar studentenvereniging die ze mist. Een bizarre ervaring, oog in oog met iemand die hier volgens onze overheid (beter: de politiek, dus van ons) niet mag zijn. Op mijn universiteit lopen honderden buitenlandse studenten rond – die geen woord Nederlands spreken. Deze student komt na uitzetting ons land niet meer in. Omdat ze een ongewenste vreemdeling is – die prima Nederlands spreekt.
Het is nogal voor de hand liggend om deze mensen te steunen. Het Armeense gezin is ingeburgerd, de kinderen zitten op school en op de universiteit en ze zijn nog gelovig ook – op een manier die ik herken. Daar begint ook mijn ongemak. Bij de herkenning en de bijbehorende sympathie. Want stel nou dat dit geen christelijke Armeniërs waren, maar noem eens wat: Kongolezen, die natuurgoden aanbidden en in zwarte magie geloven? Zou ik me daar dan ook mee verbonden voelen? En zou er voor hen ook een kerkasiel zijn? De jurist in mij komt boven, het bestuursrecht waarin ik ooit ben opgeleid. Met bijbehorend geloof in rechtvaardigheid. Gelijke behandeling in gelijke gevallen. Om rechtsongelijkheid te voorkomen. Zodat het niet oneerlijk wordt.
Oneerlijk?
Maar dit is pas oneerlijk! Jarenlang (negen!) in een procedure, kinderen die hier meedoen, een aanwinst zijn voor onze maatschappij! Die kun je toch niet zomaar wegsturen? Natuurlijk niet, het is alleen de vraag of dat ‘zomaar’ gebeurt. De hoogste rechter heeft zich hier over gebogen. Die mensen spreken recht, naar eer en geweten. En de afspraak in ons land is dat we ons aan uitspraken houden, omdat we weten dat voor eigen rechter spelen niet werkt. Niemand staat boven de wet, ook de kerk niet. En daarop uitzonderingen maken, maakt mensen die zich wel aan de wet houden boos. Begrijpelijk en terecht.
Ondertussen lezen we in het kerstverhaal over de herberg waar geen plaats is. De aanstaande ouders op zoek naar onderdak – niks Airbnb, wie ontfermt zich over hen? Het bezoek van de arme herders – zien we het goed, hebben ze gele hesjes aan? Het gezang van de engelen – merken we ze wel op, in onze kerstconsumptie-gekte? De vraag van het kerstverhaal is: gunnen we een ander wat we zelf hebben? Wat we ook maar hebben geërfd en gekregen? Hebben we ruimte voor anderen, in ons land, in ons huis – in ons hart? Het leven is gul voor ons, zijn wij ook gul voor anderen?
Systeemfouten
Een rechtsstaat bestaat bij de gratie van vertrouwen. We hebben wetten en regels met elkaar afgesproken. Wanneer we ons daar niet aan houden, verdwijnt het vertrouwen, het fundament van die rechtsstaat. Maar het vertrouwen verdwijnt ook wanneer mensen het oprechte gevoel krijgen dat iets echt onrechtvaardig is, dat er werkelijk iets niet klopt. Wanneer we duizenden buitenlandse studenten uitnodigen om naar onze universiteiten te komen, behalve wanneer je uitgeprocedeerd en uitgezet bent, klopt er ook iets niet. Wanneer mensen bijna een decennium in een procedure kunnen zitten, om alsnog uitgezet te worden, dan deugt er iets niet aan onze procedures. Wanneer brave kerkgangers dag en nacht in een kerk gaan zitten, dan is er iets aan de hand.
Ik krijg het niet bij elkaar, dat in een land waar we alles zo goed geregeld hebben, het systeem tot zulke vreemde uitkomsten kan leiden. De bestuursjurist in mij zegt dat een kinderpardon een legitieme correctie is op onbedoelde uitwassen van onze goedbedoelde procedures. Daar hoeft de dominee niet aan te pas te komen. Ik ga binnenkort maar eens voor in het Haagse godshuis.
NB – Gulle mensen blijken gelukkiger mensen te zijn. Net zoals dankbaarheid bijdraagt aan je welzijn.