Job Cohen in Oosterbeek: Verdraagzaamheid met paplepel ingegoten
Geschreven door Martine HemstedeOp de avond dat oud PvdA-bestuurder en politicus Job Cohen te gast was bij de Remonstranten Oosterbeek (23 mei) werd de PvdA de grootste partij tijdens de Europese verkiezingen. Job Cohen was er duidelijk opgetogen over, en de volle zaal ook. We kregen een beetje hoop: was de maatschappelijke onverdraagzaamheid een halt toegeroepen? Symbolisch was het in ieder geval, want de meeste vragen aan Job Cohen gingen over maatschappelijke onverdraagzaamheid.
Ter gelegenheid van het verschijnen van de vijf V’s van de Remonstranten kwam Job Cohen vertellen over verdraagzaamheid. Het is hem met de paplepel ingegeven: ‘Dat ik eigenlijk geen ‘last’ heb gehad van de oorlog is aan de verdraagzaamheid van mijn ouders te danken’, zei hij. Cohen ademt verdraagzaamheid. Vanaf het moment dat hij de boel bij elkaar hield als burgemeester van Amsterdam tot nu, als voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde.
Pro en contra
Er zijn dan ook maar weinig mensen die zo genuanceerd hun opvattingen delen. Elke stelling voorzag hij meteen van kanttekeningen. Zeker toen hij sprak over de NVVE gaf hij voortdurend aan dat hij zijn standpunt zou herzien als dat nodig was. Hij beschreef hoe zijn vader dat had gedaan: ‘Niemand was zo overtuigd lid van de NVVE als hij. Hij was er trots op dat hij een laag lidmaatschapsnummer had. Hij was praktisch vanaf het begin aangesloten.’ Tegen het einde van zijn leven kwam hij op zijn beslissing terug. Keuzes zijn afhankelijk van allerlei factoren, betoogde Cohen. Zoals ook in de bezinningsbrief van de remonstranten over voltooid leven staat. Ga er dus over in gesprek.
Verdraagzaamheid heeft ook grenzen, stelde hij. Discriminatie, wetsovertredingen, ze moeten met harde hand worden aangepakt. ‘Wat niemand weet is dat ik veel harder optrad dan burgemeester Ivo Opstelten van Rotterdam. Die was veel softer dan ik. Daar hebben we samen regelmatig om gelachen.’
Dialoog moet
Cohen is nog steeds, het zal niemand verbazen, een voorstander van dialoog. Als voorbeeld noemde hij het gesprek dat hij onlangs met partijleider Gert Jan Segers van de ChristenUnie had gevoerd over euthanasie. Ze waren het niet eens geworden, maar ze begrepen elkaars standpunt wel beter. Cohen: ‘Zijn antipathie komt niet voort uit zijn geloofsovertuiging, zoals ik altijd dacht, maar hij heeft er moeite mee dat de overheid zich met het sterven bemoeit. Waarom moet een arts daarbij helpen? Dat is iets om verder over na te denken.’
Net als predikante Annemarieke van der Woude, die het hoofdstuk over Verdraagzaamheid schreef in ‘de 5 V’s, vindt Cohen verdraagzaamheid ingewikkeld. Want hij wil ook verdraagzaam zijn met mensen die onverdraagzaam zijn. Ook als dat zeer doet. Op de vraag wat er moet gebeuren om de samenleving als geheel weer meer in de richting van verdraagzaamheid te bewegen, moest hij het antwoord schuldig blijven. Ik weet het niet, zei hij. ‘Sometimes things have to get worse before they get better’, citeerde hij de Amerikaanse schrijver Marilyn Ferguson. ‘En dan wil je niet weten wat er erger moet worden…’, voegde hij daar apocalyptisch aan toe. Om zichzelf meteen te corrigeren: ‘Dat is niet zo’n leuke afsluiter van de avond’. Hij eindigde daarom met een lofzang op de Europese Unie, die ons toch maar mooi al zeventig jaar in vrede en vrijheid laat samenleven. Een Godswonder, zei Cohen.