Rijksmuseum stelt Wtenbogaert centraal
Geschreven door Gijs van der HamWat zouden de remonstranten zijn zonder Johannes Wtenbogaert? Zonder de man die het in 1610 op zich nam een remonstrantie te schrijven, een verzoekschrift gericht aan de officiële kerk om ruimte te geven aan afwijkende overtuigingen? Zonder de man die – inmiddels verbannen en verguisd – in 1619, nu 400 jaar geleden, in Antwerpen de Remonstrantse Broederschap oprichtte? Zonder de man die in 1633 de eerste remonstrantse kerkorde op schrift zette? Zonder de man die – zo – het boegbeeld werd van de remonstrantse beweging en de remonstrantse gemeenschap? Misschien zijn dit retorische vragen, want zo beslissend was zijn invloed wel, misschien is het antwoord toch dat ook zonder hem de remonstranten het, uiteindelijk, wel gered zouden hebben. Wie zal het zeggen?
Rijksmuseum
Hoe dan ook, in de maand september besteedt het Rijksmuseum aandacht aan het 400-jarig bestaan van de Broederschap, en het doet dit door Wtenbogaert centraal te stellen. Heel verrassend is dat gezien het bovenstaande natuurlijk niet. Maar bovendien hangt sinds 1992 zijn beroemdste portret hier, geschilderd door niemand minder dan Rembrandt van Rijn. Hij maakte dit doorleefde portret toen de predikant toch al in de stad was, en wel om de kerkvergadering bij te wonen waarin de hierboven genoemde kerkorde werd vastgesteld. Zijn getoonde dagaantekeningen getuigen hiervan. Opdrachtgever was een van Wtenbogaerts grootste bewonderaars, Abraham Recht, remonstrant in hart en nieren.
Roem
Rembrandts portret is niet het enige dat te zien zal zijn. Het is opmerkelijk hoe vaak Wtenbogaert wel niet is afgebeeld, vooral sinds hij de remonstranten leidde. Allereerst heeft Rembrandt de dominee in 1635 opnieuw geportretteerd, ditmaal in een ets en voorzien van een Latijns gedichtje van diens geestverwant Hugo de Groot. Twee versies hiervan sieren de tentoonstelling. Maar de predikant is ook door Michiel van Miereveld geschilderd, door Paulus Moreelse, door Jacob Backer. Het portret door Miereveld is in diens atelier dan nog vele malen gekopieerd, en door Willem Jacobsz Delff vervolgens als prent uitgegeven, net als hij eerder met het portret door Moreelse had gedaan. Die twee prenten zijn natuurlijk ook te zien, net als het indrukwekkende schilderij van Backer uit 1638, waarin hij is weergegeven met voor zich op tafel een essentieel geschrift uit dat cruciale jaar 1619 – zijn verhandeling over het Onze Vader.
En spot
Deze portretten zijn allemaal monumentjes waarin Wtenbogaert wordt geëerd en vereerd. Maar hij werd ook verafschuwd, zoals duidelijk wordt uit enkele spotprenten die in 1619 verschenen toen dat jaar de meeste remonstrantse dominees uit het land werden verbannen, een van de uitkomsten van de beroemde, sommigen zullen zeggen beruchte Synode van Dordrecht. Titels als De Arminiaanse drekwagen en De Arminiaanse uitvaart zijn duidelijk genoeg – en laten trouwens zien dat de in 1609 overleden Jacob Arminius en niet Wtenbogaert toen nog als de voornaamste remonstrantse voorman werd beschouwd. Maar Wtenbogaert zit wel op de bok van die poepkar, als een van de eersten die het land moesten ontvluchten.
Hij kwam weer terug en zou bijna eigenhandig zijn remonstrantse broederschap opbouwen. Dat is wat het Rijksmuseum in september in deze kleine tentoonstelling in zaal 2.7 aan iedereen laat zien.