Dingetje met veren
Geschreven door Alleke WieringaDe vogels gaan gewoon door, met zingen (merel) en hameren en lachen (specht), met kibbelen en herrie maken (kauwtjes) en nestjes bouwen. Dat gebeurt voor mijn raam.
De lijsterbes voor mijn huis raakt bijna aan het raam. Er hippen twee nijvere staartmeesjes in heen en weer. Het zijn kleine, flitsend zwart-wit gestreepte verenballetjes met bolle lijfjes en opvallend lange staartveren. Ze vliegen keer op keer tegen mijn raam, zachtjes en doelbewust, er tikt een snaveltje tegenaan. Dan zitten ze even op de sponning van het raam om bij te komen en naar binnen te kijken. Ik zie dat ze spinrag in hun snavel hebben. Dat verzamelen ze, denk ik, voor een nestje in de heg van de buren. Die bijna onzichtbare spinragjes zitten blijkbaar op de ruiten.
Ik zit aan de tafel voor het raam te mailboxen. Er is een gedichtenkettingmail viraal gegaan. Leuk idee, maar niet iedereen is gecharmeerd van kettingbrieven; en kennelijk ook niet van kettingmails. Ik lees net weer een vriendelijke weigering om deel te nemen aan het ketting-gebeuren. Maar als troost ontvang ik wel een gedicht van Emily Dickinson Hope is the thing with feathers. Ik lees geconcentreerd en hoor opeens weer die vleugeltjes en snaveltjes tegen het raam fladderen en tikken. Naaahw, dat is toch geen toeval?!
Zie je wel, mens, we gaan gewoon door, hoor!
Hoop is dat ding met veertjes
Hope is the thing with feathers | Hoop is dat ding met veertjes |
That perches in the soul, | Dat neerstrijkt in de ziel |
And sings the tune without the words, | En wijsjes zonder woorden zingt |
And never stops at all, | En nooit valt hij er stil |
And sweetest in the gale is heard; | Hoe hard de wind ook waaien zal |
And sore must be the storm | Hoe hevig ook de storm |
That could abash the little bird | Hij die zovelen warmte biedt |
That kept so many warm. | Dat vogeltje houdt vol |
I’ve heard it in the chillest land, | Het klonk zelfs in het koudste land |
And on the strangest sea; | En in het verste oord |
Yet, never, in extremity, | Toch vroeg het mij in grote nood |
It asked a crumb of me. | Nog nooit om kruimels brood |
Emily Dickinson | vertaling: Ans Bouter |