De merkwaardige reeks voorvallen die vandaag mijn lot zullen zijn…
Geschreven door Christiane Berkvens - StevelinckWat maakt van een eenvoudige reis een spannend avontuur? Aandacht, denk ik. Gewoon aandacht. Op deze zondagmorgen begeef ik me naar Delft, waar ik een collega-predikant van de Waalse kerk drie maanden lang mag vervangen. Hij geniet van drie maanden studieverlof in Straatsburg terwijl ik zijn beide Waalse gemeenten, Delft en Haarlem, mag bedienen. Preken in je eigen moedertaal – het Frans – is een totaal andere beleving dan preken in het Nederlands. In je eigen moedertaal is het geen kunst niet goed lopende zinnen in één kwinkslag in zinnige mededelingen om te toveren. Een bijzinnetje hier, een mijmerende toon daar: als een ervaren kat lukt het je moeiteloos weer op je poten terecht te komen, zelfs van vijf hoog. In een vreemde taal blijft dat, zelfs na dertig jaar, een stuk moeilijker. Ik heb er dus schik in.
Poep aan zijn schoen
Al neuriënd loop ik naar het station. De merkwaardige reeks voorvallen die vandaag mijn lot zullen zijn, kan ik nog niet bevroeden. Of gebeuren die dingen altijd maar ben ik me er niet van bewust? Op een bankje zit een elegante man met een stokje de onderkant van zijn schoen schoon te maken. Er zijn vele slecht opgevoede hondenbezitters in Amsterdam-Zuid, dat is bekend. Als ik langs kom, is het karwei kennelijk voltooid want de man spuwt nog steeds even elegant op zijn gaatjesschoen, doet die weer aan, strikt behendig zijn veters en veert weer op. Hij doet zijn hoed af om mij te begroeten en loopt voor mij uit, het achterpand van zijn Armani pak zachtjes verend. Ik volg hem naar het station.
Onder de stationstunnel komt een jongeman op een hoog damesrijwiel aanfietsen. Hij praat in zichzelf. Dat wil zeggen: hij praat tegen het microfoontje van zijn oortelefoon. Zijn stem weerkaatst tegen de muren van de tunnel zodat de lieve woorden die hij tegen zijn partner van vannacht op zwoele toon uitspreekt ons niet kunnen ontgaan. Deze vorm van autisme, die vroeger alleen bij dorpsgekken voorkwam, is nu algemeen goed geworden. In het openbaar spreken willekeurige mensen hardop in hun mobiele telefoon hun zielenroerselen uit of geven beursorders door zonder zich om de onwillige toehoorders te bekommeren. Vaak is het hinderlijk, nu uitgesproken grappig. Het Armani pak vertrekt geen spier; ik hou het bij een innerlijke glimlach en kom op het perron.
Vulkanische uitbarsting in de polder
In slakkengang rijdt de trein richting Den Haag. Als dit zo blijft zal de noodpreek uit de kast gehaald moeten worden. “Dames en heren”, zegt de machinist door de intercom, “u merkt dat wij niet op volle snelheid rijden. Dat komt doordat wij te laat zijn vertrokken.” Deze cryptische mededeling geeft me tot Delft voldoende te denken. De filosofische diepgang van de NS neemt zo nu en dan ongekende proporties aan. Na de dienst keer ik voldaan naar huis.
Op het station van Delft kom ik een oud-collega tegen. Ze komt uit Rusland en is slechts een paar jaar hier. Alle eigenaardigheden van Nederlanders passeren de revue. Of ze me ook opgevallen zijn. Als ik naar haar luister valt het me meer op dat zij door en door Russisch is. Een charmante vulkanische uitbarsting in de polder. Ze doet me onweerstaanbaar denken aan de roman The fortuny gown van Rosalind Laker, die ik onder de Franse titel Belle Epoque heb gelezen. In een paar honderd pagina’s beleeft de heldin zo vele avonturen dat je er duizelig van wordt. En toch blijft het zeer geloofwaardig. Zoals het leven van mijn Russische vriendin. En hoewel deze zondagmorgen niet langer dan een paar uren oud is, heb ik het gevoel dat ik degene ben die een hele Belle Epoque achter de rug heeft.
Dit artikel is eerder in AdRem verschenen