Tijdspaarders #veertigdagentijd
Geschreven door Reinhold PhilippDe veertigdagen- of vastentijd, die op Aswoensdag (22 februari) begon, is voor velen een tijd van inkeer en bezinning in voorbereiding op het paasfeest. Deze tijd nodigt ons uit om stil te staan bij onze levensstijl en gewoonten. Waarom doe ik wat ik doe? Zou het ook anders kunnen?
Het leven als rekensom
Allerlei slimme apps en diensten suggereren tegenwoordig dat mensen niet alleen boodschappen bij hen kopen, maar ook tijd. Door van die apps gebruik te maken, blijft meer tijd over voor de echt belangrijke dingen. Tijd is een object dat zich in stukken laat knippen en productief laat maken. Van elke activiteit of handeling kan wat worden geschraapt. Het leven als rekensom. Alles moet steeds sneller en efficiënter met het excuus dat we de ‘bespaarde’ tijd beter gaan besteden. Maar is dat ook echt zo?
Waar gaan al die opgespaarde minuten, uren en dagen aan op? Het doet mij denken aan het kinderboek Momo en de tijdspaarders. Al in 1973, dus vijftig jaar geleden, schreef de Duitse schrijver Michael Ende over onze ‘menselijke’ neiging om bij alles wat we doen tijd te willen besparen.
Wat een verspilling!
Het leven van de bewoners van een stadje kabbelt rustig voort, totdat de inwoners op een dag door grijze heren aangemoedigd worden om zo efficiënt mogelijk met hun tijd om te gaan. Zij laten de mensen zien hoeveel tijd iedereen tot nu toe heeft ‘verloren’. Wat een verspilling! Hij of zij kan maar beter direct beginnen met sparen, bijvoorbeeld door sneller te werken en al het overbodige weg te laten. De bespaarde tijd kan (met rente) bewaard worden in hun Tijd-Spaar-Kas. De mensen besparen al snel veel tijd. Maar zij weten niet dat de Grijze Heren de tijd niet bewaren, maar voor zichzelf gebruiken. De mensen zijn de bespaarde tijd dus gewoon kwijt (in het Duits worden ze terecht Zeit-Diebe genoemd).
De Duitse socioloog Hartmut Rosa spreekt in zijn boek Leven in tijden van versnelling van de ‘Macht der Beschleunigung’: technische versnelling jaagt maatschappelijke veranderingen aan, die op hun beurt ons levenstempo versnellen, waardoor er weer technische versnelling nodig is, om dat tempo vol te houden. Het houdt, kortom, nooit op. Hij roept op tot ‘Entschleunigung’ (onthaasten).
Spel en ondoelmatigheid
Het meisje Momo merkt op dat er iets niet klopt. Zij begint een tegenbeweging door de mensen aan te moedigen om in hun beslommeringen juist ruimte in te bouwen voor spel, inefficiëntie, ondoelmatigheid en gedagdroom. Kunnen we van haar leren, dat de waarde van een mensenleven niet (alleen) wordt bepaald door prestaties en efficiëntie en dat het ondoelmatige, het nutteloze en het trage ook waarde hebben? Wie dat inziet, zal zich waarschijnlijk aansluiten bij Momo’s ‘onthaasters’ en daardoor misschien leren (weer) gewoon van het leven te genieten.