Hoe kom je los van de ketenen van het verleden?
Geschreven door Liesbeth OrthelHoe gaat het met je slaven? Dat is een vraag die mij de laatste tijd vaak gesteld is. En…. het gaat goed. Ze zijn allemaal geregistreerd en inmiddels ook geëxporteerd. Huh? De slavenregisters staan sinds 28 juni online en zijn met Keti Koti officieel ‘geopend’. Wat ik daarmee van doen heb?
Hoe lang loopt het geruzie al rondom Zwarte Piet, standbeelden, straatnamen, Witte Onschuld? En ik kan mijzelf niet helpen, ik blijf erover lezen en de discussie volgen. Vaak wordt er gemakkelijk gestrooid met grote woorden: racisme en discriminatie, jullie negeren ons en onze geschiedenis. Impliciet is de boodschap steeds ‘jij, witte vrouw, jij bent medeschuldig, zo voel ik dat. Niet fijn zo’n oordeel zonder nuance, daarom schuurt het ook zo en komt het hard aan.
Vaste grond onder de voeten
In de column Schande dat er geen slavernijmuseum is verwijst Harriët Duurvoort naar de documentaire Amsterdam, sporen van suiker. Die heb ik bekeken en dat maakte indruk. Vooral de opmerkingen van Noraly Beijer en Typhoon ‘als je meer weet over je eigen verleden, dan krijg je vastere grond onder de voeten’. Ik kreeg de behoefte om op een positieve manier iets bij te dragen aan de kwestie, óók om er zelf van te leren. En zo stuitte ik op dit project van Vele Handen: het digitaliseren van de Surinaamse slavenregisters zodat het voor meer mensen mogelijk zou worden om hun afkomst te onderzoeken.
Even uitleggen. De slavenregisters zijn gebruikt van 1830 tot 1863, het jaar dat de slavernij is afgeschaft. In 1808 is de internationale slavenhandel verboden, maar de mensensmokkel ging door. Om dit te stoppen werden eigenaren verplicht een registratie te voeren van alle slaafgemaakten. Het is een soort kolommenbalans, voorraadbeheer van menselijke waar. Per eigenaar staan alle slaven genoteerd in de volgorde mannen, vrouwen, nieuwe aanwas en een geboortedatum. Mutaties moesten binnen drie dagen aan de overheid doorgegeven worden. Je moet dan denken aan geboortes, overlijdens, koop of verkoop, vrijlating, verlies of administratief afgeschreven. Zo ontstond een waterdichte administratie waardoor sluikhandel vrijwel onmogelijk gemaakt werd.
Winst
De projectleiders waarschuwden ‘Let op: de inhoud van de slavenregisters kan als schokkend worden ervaren. De mensen in deze registers werden door de koloniale overheid als bezit beschouwd en ook zo beschreven.’ Logisch dacht ik en ik ging monter aan de slag met het project. In het begin was ik vooral bezig met het correct invullen van de digitale registers, maar toen ik dat onder de knie had kreeg ik oog voor het menselijke verhaal achter de kille registraties.
Er was een regel dat moeder en kind niet los van elkaar verkocht mochten worden zolang de moeder nog leefde. Bij kinderen staat geregistreerd ‘uit naam moeder’. Dat ‘uit’ dat deed het ‘m, zo concreet dat het niet goed voelde. Ik begon te tellen hoeveel kinderen sommige vrouwen kregen. Welke leeftijd ze dan hadden. Een enkele keer telde ik drie generaties. Ik begon me af te vragen wie de vaders zouden zijn – dat werd niet bijgehouden.
Schokkend ook waren de namen die slaven van hun eigenaren mee kregen. Er waren allerlei keurige Nederlandse, Franse of Engelse namen, maar te vaak ook namen waarvan je dacht hoe kan je dat nou doen?! Dat is meer dan een slechte dag, het is pesterij en iemand laten voelen dat ‘ie niets is. Wat denk jij van: Risico, Souvenir, Pandora, Bijjou, Succes, Favoriet, Troebelina, Onmondig, Nimis, Nieuwjaar, Winst en Winstina, Frankrijk, Wildeman, Ongeluk, Fortuin, Afrika, Graaf, Onrust? Zomaar een greep uit de namen die ik tegenkwam.
Verlies
En ook de verlieskolommen gaven stof tot nadenken. In sommige jaren en op sommige plantages staan veel overlijdens gemeld. Lag het aan het werk, het slechte regime, of heerste er ziekte? Vaak werd een groep slaven als ‘badge’ verkocht aan een andere plantage. In de boekhouding worden ze afgeboekt (soms met bedrag en al) en getransporteerd naar de nieuwe eigenaar. In dat register wordt de aankoop opgeboekt, met naam, toenaam en herkomst. De kolom bijzonderheden bevatte opmerkingen als: verdronken, weggelopen (toch stiekem een inwendig vreugdesprongetje), cadeau gedaan aan, overgedragen aan Etablissement Batavia. Google leert mij dat het een leprakolonie is, Peerke Donders heeft er gewerkt.
Onder bijzonderheden staan ook de manumissies: in vrijheid stellingen. Daar omheen ontstond een aparte administratie: het nummer van het overheidsbesluit, de oude en de nieuwe naam van de vrijgelatene – na een doop kregen ze een familienaam toegewezen en soms een nieuwe voornaam. Van hieruit ontstaat de verbinding met de gewone burgerlijke stand. Een dieptepunt. Daar stond het zwart op wit en meer dan één keer. Kerken hielden ook slaven en waren actief in de in- en verkoop. Ik wilde er eigenlijk niet aan. Juist degenen die iedereen eraan herinneren om naar de medemens om te zien, blijken zelf een blinde vlek te hebben voor een deel van die medemensen.
Gelijkwaardigheid ontdekken, verwerven en verdedigen
Ik begrijp nu pas ten volle waarom de Raad van Kerken in 2013 – het was toen 150 jaar geleden dat de slavernij was afgeschaft – een verantwoording van het slavernijverleden presenteerde. Een officieel uitgesproken erkenning dat er onvoldoende respect is geweest voor Bijbelse en menselijke waarden. Een erkenning dat zij – zowel leden individueel als institutioneel – betrokken zijn geweest bij het in stand houden en legitimeren van een onrechtvaardig en onmenselijk systeem. Het is een serieuze en mooie tekst die recht probeert te doen aan alle betrokken groeperingen.
‘En, wat vind jij van Zwarte Piet, standbeelden die moeten verdwijnen en Witte Onschuld’, vroeg ik op een babyshower aan een buurman die bij het NIOD werkt. Echt een lekker licht onderwerp voor de gelegenheid. Hij zuchtte heel diep. We kwamen niet verder dan het benoemen van alle gevoeligheden. Tot een antwoord op de schuldvraag, en vooral hoe lang je schuld draagt kwamen we niet, maar misschien kom je daar nooit uit. ‘Het enige dat helpt is er veel over praten’, adviseert mijn buurman mij tenslotte. Ik zoek toch naar iets meer, ik wil af van dat gevoel eenzijdig aangeklaagd te worden. We moeten toch met z’n allen verder. En dat vind ik opeens in de slotzin van diezelfde verantwoording: ‘Laten we samen zoeken naar een samenleving waarin menswaardig leven, vrijheid, verantwoordelijkheid, solidariteit en respect elementaire waarden zijn. We hopen op een gezamenlijke inzet voor de samenleving, omdat we ons realiseren dat ook vandaag de dag gelijkwaardigheid van mensen allerminst vanzelfsprekend is en iedere keer weer ontdekt, verworven en verdedigd zal moeten worden’.