23 maart 2017

Waarom euthanasie bij mensen met vergevorderde dementie wel moet kunnen

Geschreven door Johan Bouwer

Euthanasie is in Nederland wettelijk goed geregeld – ook voor mensen met (vergevorderde) dementie. Vergevorderde dementie wil zeggen dat iemand niet meer in staat is om zijn of haar euthanasiewens in woord of gebaar kenbaar te maken. De ministeries van Volksgezondheid en Veiligheid en Justitie hebben onlangs een handreiking uitgebracht die een verruiming biedt van de reeds bestaande zorgvuldigheidseisen rond euthanasie. Euthanasie is voortaan wettelijk toegestaan ook op mensen met (vergevorderde) dementie. Voorwaarde is dan dat de arts controleert of er een wilsverklaring aanwezig is, of er sprake is van ernstig lijden en of er tijdig en vaker met de arts over is gesproken. Vooral de wilsverklaring en het in gesprek blijven met de arts zijn belangrijk.

Uit onderzoek onder artsen blijkt echter dat ongeveer tweeënvijftig procent van de artsen moeite heeft met het uitvoeren van euthanasie aan mensen met vergevorderde dementie. Zij hebben dat onlangs in een krantenadvertentie laten weten. Ook al zijn de zorgvuldigheidseisen aangescherpt. Mevrouw Hamaker verwoordt in haar blog min of meer hun argument om geen euthanasie te verlenen. In mijn woorden zegt ze: ‘Omdat mensen (die hun wil wel kenbaar kunnen maken) vaak (soms?) terugkomen op hun schriftelijke wilsverklaring, kan de arts de schriftelijke wilsverklaring van mensen met vergevorderde dementie (die hun wil niet meer kenbaar kunnen maken) niet serieus nemen’.

Altijd recht op zelfbeschikking

Deze positie veronderstelt dat een persoon geen zelfbeschikkingsrecht meer heeft wanneer hij of zij het verlangen om te sterven niet meer kan verwoorden. Dit is echter een vreemde redenering omdat Alzheimer nu juist dit doet. De ziekte berooft de mens namelijk van zijn persoon-zijn en uiteindelijk zijn zelfbeschikkingsrecht. Mensen die hun waardigheid tegen deze (vooralsnog) ziekte-tot-de-dood willen beschermen, móeten dus wel hun wil om te sterven vooraf schriftelijk vastleggen.

Een mens is altijd persoon-in-relatie, die zich gekend weet in verbanden als familie, kinderen, geliefden, vrienden, collega’s, buren, een vertrouwde ‘omgeving’. Wanneer deze ziekte iemand de leegte indrijft en die verbanden doorsnijdt, dan houdt iemand op om zichzelf te zijn. Je bent niet meer jij. Een persoon is dan ‘verbandenloos’ geworden en niet meer in staat om echt ‘persoon’ te zijn – ook geen zogenaamde ‘andere persoon’. Het is twijfelachtig om een wilsverklaring te negeren omdat iemand zijn of haar doodswens niet meer in woorden kenbaar kan maken of ‘een andere persoon’ is geworden. Bovendien is het niet zo dat ervaringen die zijn opgedaan in één situatie (lijden en wilsbekwaamheid) een-op-een van toepassing gemaakt kunnen worden op een andere situatie (lijden en wilsonbekwaamheid). Je kunt er geen algemene regel van maken.

Wij laten mensen in de steek

Ik zeg dit met alle mildheid: artsen die de wilsverklaring van mensen met vergevorderde dementie opzij schuiven, doen er goed aan om weer te gaan nadenken. De ‘morele weerzin’ om euthanasie in deze situatie toe te willen passen lijkt meer op persoonlijke weerzin die gestoeld is op wankele argumentaties. Wij laten mensen met vergevorderde dementie op deze manier in de steek. Wij zouden juist, ondanks de schriftelijke wilsverklaring, de regie over ons leven en dood zodanig moeten voeren dat wij deze ziekte de baas blijven terwijl we nog ‘persoon’ zijn. Natuurlijk in samenspraak met alle betrokkenen (ook en vooral de arts). Wij zijn verantwoordelijk voor ons eigen leven tot het bittere einde.

Over Johan Bouwer

Johan Bouwer

Johan Bouwer is vriend van de Geertekerk te Utrecht. Hij was voorheen hoogleraar ‘geestelijke zorgverlening in instellingen voor de gezondheidzorg’.

Gerelateerd