Mindfulness
In onze huidige westerse cultuur is veel aandacht voor het lichaam. Omdat geestelijk welbevinden invloed heeft op de prestaties van ons lichaam, is er daarmee ook aandacht voor de geest. We spreken ook wel van mindfulness. Bewust eten en drinken is belangrijk. Yoga is populairder dan ooit. En bij wijze van spreken ‘iedereen’ gaat naar de sportschool.
Lichaamscultuur en vergeestelijking is mindfulness voor het hele lichaam
Hoe verhouden lichaamscultuur en vergeestelijking zich tot elkaar als het om geloven gaat? Het lijken twee uitersten, maar ze liggen dichter bij elkaar dan je denkt. Behoorlijk mindful eigenlijk.
Lichaamscultuur
Onze Europese lichaamscultuur is ontstaan uit twee verschillende lichaamsculturen. Enerzijds berust het op nationaalsocialistische en communistische lichaamsidealen – ideologieën van regimes die we nu ‘fout’ noemen. Anderszijds is onze lichaamscultuur geënt op de Britse sportcultuur en het Amerikaanse lichaamsbeeld. De geschiedenis van de lichaamscultuur is eigenlijk een mix van sportculturen. De tegenwoordige Europese lichaamscultuur is overigens vooral gestoeld op de Amerikaanse lichaams- en sportcultuur. Atletisch, gespierd, je lichaam als project. Sportief: een gezonde geest in een gezond lichaam. Lichamelijke gezondheid staat gelijk aan geestelijke gezondheid.
Sport
De opkomst van de sport in Europa en de ontwikkeling van de Olympische Spelen loopt interessant genoeg parallel met de secularisatie in Europa. In de twintigste eeuw lijkt God ingeruild voor sport. Toch liggen religie en sport dicht bij elkaar. Veel sporters bidden voor ze moeten presteren. Een letterlijk ‘God gelooft in mij’: ik lever deze buitengewone lichamelijke prestatie, omdat God in mij gelooft, en mijn lichaam kracht geeft. Ook hierin is de Amerikaanse visie op het lichaam zichtbaar.
Vergeestelijking
Geloof wordt vaak gezien als iets geestelijks, maar interessant genoeg is het Oude Testament van de Bijbel vergeven van de krachtpatsers. Rouwdouwers, sterke kerels die het geloof aan de man moesten brengen. Denk aan Simson: de ‘eerste zelfmoord-terrorist’ uit de Bijbel. De krachtpatser die met spierkracht een tempel vol ‘heidenen’ (en zichzelf) liet instorten. Dat geldt voor veel richters, dat waren geestelijk leiders maar ook allemaal fysiek fitte mannen. Mannen die een tegenstander konden verslaan door kracht of fysieke snelheid. Tot de verbeelding spreekt het Bijbelse personage David die de reus Goliath verslaat.
Het nieuw testamentische christendom is daarentegen veel meer vergeestelijkt. Jezus – als hoofdpersoon van het Nieuwe Testament – gebruikt geen brute kracht om zijn boodschap over te brengen. Vriendelijkheid en geweldloosheid, kennis, aandacht voor geestelijke groei zijn bij Jezus belangrijker dan fysieke kracht. En natuurlijk de ultieme vergeestelijking: een sterfelijk lichaam overtroeven door ‘op te staan uit de dood’.
Tempel van de ziel
Tegelijkertijd wordt het lichaam in het Nieuwe Testament ‘een tempel van de ziel’ genoemd. Een argument om het lichamelijke niet te verwaarlozen of er maar op los te leven, het lichaam staat immers niet los van de geestelijke gezondheid. Door middel van het fysieke contact hebben met het hier-en-nu en tegelijkertijd in het geestelijke de jachtigheid en het banale van het dagelijks leven te parkeren door te focussen op wat er echt toe doet. In bijbelse context is dat natuurlijk ‘God’ of ‘het religieuze’. Een benadering die we tegenwoordig ‘mindful’ zouden noemen.
Martelaar
De nadruk op vergeestelijking in het Nieuwe Testament groeit in de eerste eeuwen van het christendom uit tot een martelarencultuur. In tijden van christenvervolging ontstond het ‘ideaal’ van de lijdende rechtvaardige: de martelaar. Iemand die omwille van zijn geloof fysieke kwellingen doorstaat of zelfs zijn leven offert. Dit ideaal is terug te voeren op de lijdende Jezus-figuur. Gelovigen meenden dat uit de geschiedenis van Jezus’ lijden en dood zou blijken dat God het lichaam minder belangrijk vond dan de geest.
Lichaam en geest
Nog steeds bestaat de gedachte dat vergeestelijking hand in hand te gaan met lichamelijke aftakeling en fysieke offers. Dat is slechts een idee natuurlijk, een oud Romantisch idee zelfs. De geestelijkheid houdt dat beeld zelf ook in stand: iedereen kent de stokoude pausen die gebrekkig door hoge ouderdom toch hun ambt bleven uitoefenen. Afgetakeld, maar dichter bij God, was het idee blijkbaar.
Maar de gedachte dat ‘het geestelijke’ superieur is en het lichaam alleen maar van afleidt van het hogere doet geen algemeen opgeld meer. De gedachte dat lichaam en geest een geheel vormen en dus beide ‘in conditie’ gehouden moeten worden is gangbaar geworden. In de huidige mindfulness trend gaan vergeestelijking en lichaamscultuur zelfs hand in hand. En als God lichaam en geest heeft geschapen als verschillende dimensies van een eenheid is dat geen gek idee.